Toename van vissende/sterns in de Grevelingen Kees de Kraker Visdief. Foto: Remco Beijersbergen. 4 juli 88Wind: Z 5-7 Bf. Heel de dag vee! vissende Grote Sterns langs de zuidoever van de Hompelvoet. Naast losse exemplaren zijn er drie concentraties van vogels, o.a. een wolk van 70 ex. bij de zuidsteiger. Als een voortdurende regen vallen de Sterns als stenen omlaag, hoewel ze daarbij niet elke keer met een plons onder water verdwijnen, omdat ze vaak op het laatste moment inhouden als ze de prooi uit het oog zijn verloren. Zilver- en Kleine Mantelmeeuwen proberen zwemmend, klapwiekend of vanaf de steiger ook wat van deze „kennelijke" overvloed binnen te halen. Dat lukt ze heel wat minder goed dan de Grote Sterns en als die weer met een visje - een „bliekje" van een centimeter of vijftien - boven water komen proberen ze dat meestal af te pakken. 29 augustus Een druk gespartel boven water en wellicht nog veel meer onder water. Tientallen Aalscholvers (groep ca. 80 ex.) die telkens opvliegen om tien, twintig meter verderop weer te landen en snel onder te duiken. Daarboven een paraplu van meeuwen en een hele wolk Visdiefjes (ca. 120) die constant omlaag duiken. Het geheel verplaatst zich langs een strekdam ten noorden van de Stampersplaat tot de school met vissen die daar overduidelijk zwemt naar dieper water verdwijnt. Onder invloed van diverse factoren is de stand van kleinere vissoorten in de Grevelingen sinds de af sluiting in 1971 steeds aan sterke schommelingen onderhevig geweest (Doornbos 1983). Zoutgehalte en sluisbeheer (vanaf '78) speelden hierin een be langrijke rol. Kleine, dicht aan de oppervlakte zwemmende vis jes zijn voor sterns bereikbare prooien. Toch kwa men die in de Grevelingen niet in die mate voor dat er veel door sterns op gevist werd. Visetende vo gels zoals Fuut en Middelste Zaagbek leven vooral van grondels die wel talrijk voorkomen, maar wat op de bodem levende visjes zijn. Hoewel er heel wat sterns in de Grevelingen broe den (Grote Stern) of gebroed hebben (Visdief, Dwergstern) werd er door geen van deze soorten regelmatig op de Grevelingen gevist. Grote Stern en Visdief zochten hun voedsel buitengaats, ter wijl de meeste Dwergsterns hun voedsel uit sloten en plasjes op Goeree of dicht onder de kust op visten. De laatste jaren en vooral dit jaar, zagen we tij dens het broedseizoen een toename van in het Gre- velingenmeer vissende Grote Sterns en in augus tus/september ook meer Visdieven en Dwergsterns die hier foerageerden. Vooral dagen met een stevige wind (vanaf 4 Beau fort) uit zuidelijke richtingen (ZO-ZW) gaven in mei, juni en juli een sterke toename van vissende Grote Sterns te zien. Hierbij ging het om vele hon derden exemplaren die op heel de Grevelingen ten westen van de Veermansplaat visten, maar met duidelijke concentraties langs de zuidoever van de Hompelvoet en nabij de haven van Ouddorp. Bij andere windrichtingen werden maar weinig vissen de Grote Sterns gezien. Uit de waarnemingen blijkt dat het vaak om scho len vis ging. Recreanten zagen op diverse weekends in augustus dat zo'n school enkele keren op een weekend dicht langs de ZW-oever van de Veer mansplaat trok. Ze werden daarop attent gemaakt door de zwerm „meeuwen" die daar steeds boven hing (meded. L. de Jager). Het gaat hier waar schijnlijk om scholen jonge Haring of Sprot, waarvoor de condities - wellicht vanwege de slui zen aan weerskanten van het meer in de Grevelin gen - blijkbaar gunstiger zijn geworden. Hopelijk is dat een blijvende zaak, want zo'n wolk met vis sende sterns is prachtig om te zien. 76

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1988 | | pagina 76