De Hellegatsplaten zomer 1988 G. L. Oitweneel Voor de in het deltagebied opererende vogelaar is het al lang geen geheim meer wat staat te gebeuren indien getijdenslikken permanent droogvallen en verzoeten. Eerder en elders in Zuidwest-Nederland viel dit proces al enkele malen te aanschouwen. Voorspellingen over de gang van zaken in het Krammer- Volkerak nadat het in april 1987 werd gesloten, berustten dan ook geenszins op occulte gaven. Nu hier niet verder ingaand op de dramatische verarmingen die in het kielzog van de grote sluitingen in Zuidwest-Nederland volgden, valt sec te constateren dat voor de natuurliefhebber een thrill uitgaat van zo'n groot plotseling voorgoed droogvallend getijdenslik. Wat vestigt zich daar en wanneer? Hoe zal de oecologische successie verder uitpakken? Schrijver verkreeg voor 1988 een vergunning om op de Helle gatsplaten onderzoek te doen en ervoer hoe de geschiedenis zich wederom herhaalde. Het eerste jaar Bij de sluiting viel minder grond in het Krammer- Volkerak droog dan aanvankelijk berekend. Ons verder beperkend tot de Hellegatsplaten zagen we dat kort na het droogvallen de beheerders zo wijs waren de toegang voor het publiek te sluiten door de platen af te draden en het terrein te beborden. Zomer 1987 verrichtte ik uitsluitend waarnemin gen vanaf de Hellegatsdam. Te zien was hoe zich grote arealen zeekraal ontwikkelden. Lepelblad en driekant handhaafden zich en het in de noord westhoek aanwezige rietareaal breidde zich uit; hierin hielden zich winter 1987/88 trouwens twee Reeën op. Vanaf de dam viel voorts te zien dat op hoger gelegen delen - de Hellegatsplaten kennen nogal wat reliëf - zich een meer gevariëerde vegeta tie ontwikkelde. Of zich zomer 1987'ook al broed- vogels op de Hellegatsplaten vestigden, onttrok zich aan waarneming. Numansdorpse leden van de Vogelwerkgroep Hoekse Waard startten een nog steeds aan de gang zijnd vogeltelprogramma. Er waren overzomerende Zwarte Ruiters en ge woontegetrouw kwamen najaar 1987 weer Slecht valk en Visarend opdagen; half-september 1987 waren op de Ventjagersplaat annex Hellegatspla ten zelfs drie Visarenden present. Ook kwamen in het najaar op de Hellegatsplaten veel zwemeenden op zaden fourageren en betrokken winter 1987/88 gezelschappen Grauwe Ganzen en Brandganzen het westelijke terreindeel. Op het oostelijke deel hield zich een tijd lang een grote groep Fraters op. Wilgen Rijkswaterstaat streefde via een inlaat- en spuipro- gramma naar een snelle verzoeting van het Krammer-Volkerak. Op de Hellegatsplaten waren de resultaten van dit beleid zomer 1988 allerwege zichtbaar. Wederom kwamen op de centrale en BESCHERMD NATUURMONUMENT DAGRECREATIE MET LOKAAL KARAKTER Grote groepen zwemeenden o.a. Wilde Eend, Pijlstaart en Smient worden aangetrokken door de zaden van de nieuwe vegetatie. Foto: G. L. Oaweneel. 52

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1988 | | pagina 52