Broedgeval Eidereend Sometaria mollissima op het eiland
Neeltje jans in 1987
Ted Sluijter
Op 3 juni 1987 loopt mosselvisser B. D. Schot uit Zierikzee op het eiland Neeltje jans in de Oosterschel-
demonding. In de nabijheid van het zanddepót op het noordoostelijk deel van het eiland stuit hij op
een hoop afvalrijshout. Half weggedoken onder deze hoop ziet hij een broedende vrouwtjes eend. De
mosselvisser kan de eend zeer kort benaderen en stelt vast dat het een Eidereend is. Deze soort kent hij
goed van de Waddenzee waar hij jaarlijks mosselzaad vist. Pas op het allerlaatste moment vliegt de eend
op van een nest met daarin zeven grote vaalgroene eieren. De heer Schot neemt een van de eieren mee
en blaast deze thuis uit en bewaart het.
In de loop van 1988 komt dit verhaal de auteur - toevallig - ter ore. Hij legt kontakt met de heer Schot
en krijgt het ei te zien, dat stellig als dat van een Eidereend wordt gedetermineerd. Bovendien klopt de
beschrijving en het gedrag van de broedende eend met die van een Eidereend. Hoewel over het broedre-
sultaat niets bekend is vormt bovenstaande waarneming het eerste gedocumenteerde broedgeval van een
Eidereend in Zuidwest-Nederland.
De Eidereend in Nederland
In Europa vormen de Nederlandse Waddeneilan
den de zuidelijkste broedplaats van de Eidereend.
Er zijn incidentele broedgevallen bekend uit West-
Frankrijk (Cramp Simmons 1977) maar deze
dragen geen permanent karakter. De soort vestig
de zich in Nederland in 1906 op Vlieland waarna
een uitbreiding volgde over de andere Wadden
eilanden. Vanaf 1925 groeide het aantal broedpa-
ren gestaag tot 6000 in 1960 (Teixeira 1979). Een
grote sterfte in de beginjaren zestig als gevolg van
lozingen van gechloreerde koolwaterstoffen - die
eind 1965 werden gestaakt - veroorzaakte een ster
ke afname. In 1968 bereikte de soort zijn diepte
punt; er broedden toen nog ca. 1000 paar in Ne
derland (Teixeira 1979).
Inmiddels herstelt de Eidereend zich van deze
Vrouwtje Eidereend, broedt zonder tussendoor te gaan eten een maand lang op haar eieren. FotoHenk Harmsen.
50