Tabel 1. Waargenomen Futen ten zuiden van de Slikken
I van Flakkee-Noord in 1988.
datum
aantal
20-6
vele 10-tallen
27-6
500 2>
17-7
vele 100-en V
1-8
ca. 1200 2>
4-8
ca. 1200 3>
16-8
2000 2)
met telescoop vanaf Hompelvoet; 21 vanaf een boot;
I 31 met telescoop vanaf de dijk.
Het voorkomen van de Futen bij de zeegras- en
I wiervelden heeft wellicht twee oorzaken n.L: een
groot voedselaanbod en het feit dat het er zelfs in
de drukke zomermaanden nog erg rustig is.
Uit een onderzoek (Doornbos 1982) aan de hand
van de magen van 25 geschoten Futen in de winter
1981-82 bleek dat het hoofdvoedsel van Futen in
de Grevelingen vooral bestaat uit grondels. Dit
zijn kleine bodemvisjes waarvan er een 3-tal soor
ten in de Grevelingen massaal voorkomen (Zwarte
Grondel, Brakwatergrondel en Dikkopje). Deze
visjes leven van allerlei kleine organismen die heel
veel tussen en op Japans Bessenwier en zeegras zit
ten zoals: vlokreeftjes, aasgarnalen en zeepisse
bedden.
Aangezien ook elders in het Grevelingenmeer uit
gestrekte zeegrasvelden voorkomen (zie fig. 1)
werd op 8 augustus rond de Grevelingen gereden
om te kijken of hier misschien ook grotere aantal
len Futen verbleven. Dit bleek niet het geval. Al
leen in de omgeving van Herkingen zaten er - ta
melijk verspreid - enige 10-tallen, daarnaast werd
een iets groter aantal aangetroffen in de noord
oosthoek bij de Grevelingendam. Hier zaten ook
zo'n 40 Geoorde Futen die telkens met spartelende
visjes boven kwamen. Wellicht zijn de zeegrasvel
den hier zo dicht dat het voor duikende vogels
maar moeilijk zwemmen is. Bovendien bleek dat
het overal veel onrustiger was vanwege de recreatie
dan het gebied ten zuiden van de Slikken-Noord,
waar behalve palingvissers haast niemand komt.
Aan de overkant van de Grevelingendam, in de
verzoete Krammer, zaten eveneens enkele 10-tallen
Futen. Misschien kunnen we hier op het ā3-
waterenpunt" van zoet-stagnant, zout-stagnant en
zout-getij in de toekomst nog bijzondere ontwik
kelingen verwachten.
Literatuur
BE1JERSBERGEN, J. en A. v. d. BERG. 1980. De Gre
velingen, Zeist.
NiENHUIS, P. H. et al. 1985. Het Grevelingenmeer. DI-
HO, Yerseke.
MEININGER, P. Lā H. J. M. BAPTIST en G. J. SLOB.
1984. Vogeltellingen in het Deltagebied, 1975/76-79/80,
nota RWS SBB.
MEININGER, P. Lā H. J. M. BAPTIST en G. J. SLOB.
1985. Vogeltellingen in het zuidelijk Deltagebied,
1980/81-83/84, nota RWS SBB.
Inzending kopij voor de volgende Sterna tot 1 oktober.
Inzendingen dienen getypt, danwel in goed leesbaar handschrift uitgevoerd te zijn. Grafieken en
tabellen liefst zo eenvoudig mogelijk of direct reproduceerbaar, in duidelijk zwart/wit, evenals
bijgevoegde tekeningen en kaartmateriaal.
43