Verslag van tijdelijke gezinsuitbreiding met een nest Zwarte Roodstaartjes ]w Familie Jongkees Foto: Familie Jongkees. 's Avonds, om 8 uur ging de bel. Het was de buurvrouw en ze had een jong vogeltje in haar hand. Of wij wisten wat ermee te doen, want waar schijnlijk was het uit het nest gevallen en toen ze buiten kwam bij haar de hal in gefladderd. We zagen al dadelijk aan het rode staartje dat het een jong van een Zwarte Roodstaart was, dat uit het nest bij ons onder de dakgoot gevallen moest zijn. We stonden buiten nog wat te praten en ont dekten er toen nog één onder de auto. Deze kon ook zo opgepakt worden want vliegen konden ze nog niet. Omdat we het buiten te gevaarlijk vonden met al die katten bij ons in de buurt, namen we ze mee naar binnem We zochten een schoenendoos, deden hier wat lap jes in, zodat ze in ieder geval lekker warm konden blijven, toen opnieuw de bel ging. Weer de buurvrouw. Er zaten er nog twee achter de regenpijp op de grond. Ze bleken dus allemaal uit het nest gevallen te zijn (of gejaagd te zijn om dat er kort tevoren een ekster bij de dakgoot bezig was geweest). Nou, wat moesten we er nu mee, vier van die jongen. Eerst maar eens meelwormen gehaald bij mijn schoonouders. Die lustten ze dus niet. Iets anders hadden we ook niet voor ze te eten dus we besloten ze maar op een warme plaats in de schoenendoos te laten slapen en de volgende morgen af te Iwachten. De volgende dag, om half zes, hoorden we de ou ders al zoeken. Kwart voor zes gingen we naar beneden, de arme vogels bleven maar roepen. De schoenendoos met de jonge vogeltjes zetten we bij de regenpijp, on der het w.c.-raampje. De oude vogels hadden het gelijk al in de gaten. De eerste paar keer gingen ze nog voorzichtig en wantrouwend naar het doosje toe, maar na een paar keer waren ze er aan ge wend. Ze hadden echt een enorme drang om de jongen te voeren. We bleven achter de voordeur staan, om ze in de gaten te houden. Er stond nogal wat vuilnis bui ten, want die morgen kwam de vuilniswagen langs. Regelmatig kwamen er dus eksters en katten kij- ■Jten, oppassen dus. - Toen de oude vogels'aari het doosje gewend waren gingen we naar buiten en hielden het doosje regel matig voor het w.c.-raampje, want daar moesten ze in. Dat leek ons de beste oplossing. Wel spannend of het zou lukken. Regelmatig zetten we het doosje neer en namen onze plaats achter de voordeur weer in. Ze konden dan toch ongestoord de jongen van voer voorzien. Toen we dat een poosje gedaan hadden, gingen we het binnen proberen. Het doosje werd dus aan de andere kant (de binnenkant dus) van het w.c- raampje gehouden. Dat viel niet zo op. Dan maar één jong in de hand voor het raampje gehouden. 'oensdag 29 juli

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1988 | | pagina 40