Winterslaap
Een opvallend verschijnsel bij de egel is zijn win
terslaap. Die is noodzakelijk omdat er in de winter
zo weinig insecten zijn om in leven te blijven. In de
herfst bereidt deze zich er op voor door een extra
vetlaag aan te leggen. Eind oktober, begin novem
ber, als de temperatuur beneden de 15 °C daalt, is
het dan zo ver. Van hooi, bladeren en mos maakt
de egel een nest, waar deze zich in oprolt. Het dier
wordt suf, zijn ademhaling daalt geleidelijk tot 5-8
keer per minuut (normaal 50 x). Het zuurstofver
bruik daalt tot 2%. Soms zijn er ademhalingspau
zes van wel 15 minuten. De hartslag vertraagt tot
20 keer per minuut (normaal 100-150 x). Het
bloed verandert om stollingsgevaar tegen te gaan.
In opgerolde toestand daalt de lichaamstempera
tuur tot enkele graden boven nul. Een ingewikkeld
biologisch proces zorgt voor handhaving van de
levensfuncties. Vet speelt daarbij een belangrijke
rol. Een normale winterslaap duurt 4 a 6
maanden.
Winteronderbreking
Bij een winterslaap stellen we ons voor dat de die
ren de hele winter aan een stuk slapen. Dit blijkt
niet het geval te zijn. Een egel slaapt niet constant,
maar wordt regelmatig wakker: als het te koud is,
bij dooi, als hij honger heeft en om blaas en dar
men te legen. Vaak waggelen ze dan onzeker rond,
soms slepen ze zich alleen met hun voorpoten
vooruit. De beestjes geven zo de indruk dat ze ziek
zijn en dat geeft ons de neiging om ze te helpen.
Melk, niet zo goed voor elk.
Foto: Jos Hendriks.
In principe is dat niet nodig. Als de egel, tijdens
het rondwandelen weer wat gegeten heeft, gaat ze
terug naar de schuilplaats en slaapt weer verder.
Dit „spel" kan zich enkele keren per winter herha
len. Daalt b.v. de temperatuur beneden de 2 °C,
dan komt de warmteproductie weer op gang. Het
laat zich enigszins vergelijken met een verwar
ming, waarbij een thermostaat bij een bepaalde
miniumwaarde de ketel aanzet. De egel doet dit
door hevig te gaan rillen. Bij zeer strenge kou
warmt de egel zich soms zo ver op dat deze weer
actief wordt, honger voelt en op eten uitgaat. Dit
kan nog wel eens fataal zijn. Vaak betreft het dan
jonge of ongezonde dieren met te weinig lichaams-
vet. Soms treft men in november slapende moeder
egels aan, waarvan de jongen radeloos (deze zijn
dan in de herfst geboren; op het eerste gezicht een
onnatuurlijke geboorte-tijd) rondlopen, op zoek
naar eten. Vele jonge dieren lopen van de moeder
weg om op eigen houtje iets eetbaars te vinden.
Meestal zijn ze dan ten dode opgeschreven.
Voorjaar
Als de winter ten einde is (midden maart, begin
april) moet de lichaamstemperatuur weer op nor
maal (34-35 °C) gebracht worden. Ook dan doet
de egel dit door heftig te rillen. Dat kost weer veel
energie en dus vet. De egel is dan sterk vermagerd
en heeft tijd nodig om weer op lichaamsgewicht te
komen. Alleen gezonde en lichamelijk sterke egels
overleven dan ook een winter. Egels zijn na hun
winterslaap ietwat onzeker en erg schuw, maar dat
verdwijnt na een poosje.
35