Met pure bluf ziet de Horzelvlinder kans om de strijd om het bestaan te overleven. Het zwart met geel gestreepte uiterlijk lijkt sprekend op dat van een vervaarlijk grote bij of een horzel. De door zichtige vleugels zorgen ervoor dat het afschrik kingseffect niet verloren gaat. Horzelvlinders zijn gemakkelijk op te sporen door in de vroege zomer aan de voet van wilgen en populieren te zoeken naar pas uit de pop gekomen vlinders. De rups van de Horzelvlinder leeft in de wortels van deze bo men en vreet zich van daar uit een weg naar bui ten. Bomen waar de soort leeft zijn te herkennen aan kleine ronde gaatjes aan de voet van de stam. Lindepijlstaart. Dia: Chiel Jacobusse. Eenzelfde kleurenpatroon heeft de Sint Jansvlin der, een soort die op Schouwen zowel in de duinen als in het polderland te vinden is. Ze leven gecon centreerd op kleine vliegplaatsen op de dijken en in de duinen. De vliegplaatsen worden niet aan de grote klok gehangen, omdat de Sint Jansvlinder door zijn opvallende uiterlijk en trage vliegwijze gemakkelijk uitgeroeid kan worden door insekten- verzamelaars. Giftigheid beschermt uiteraard niet tegen prikkebeen met z'n vlindernet! Een oranje of geel lichaam met zwarte banden is een kenmerk wat veel giftige insekten gemeen heb ben. Een voorbeeld vormen ook de zogenaamde gevangenisrupsen of zebrarupsen. Deze rupsen le ven op kruiskruidsoorten, vaak in grote aantallen bij elkaar. Dat laatste is van belang, omdat predatoren door ervaring Ieren welke soorten giftig of onsmakelijk zijn. Doordat de rupsen geconcentreerd zijn op een beperkte oppervlakte hebben de potentiële vij anden die daar hun territorium hebben snel aange leerd dat de zebrarupsen niet eetbaar zijn, zodat het aantal slachtoffers beperkt blijft. De vlinder die zich uit een zebrarups ontwikkelt is de Sint Jacobsvlinder, zo genoemd naar de be kendste voedselplant het Jacobskruiskruid. Ook de vlinder is oneetbaar en maakt dat duidelijk door een felle kleurschakering. Op de groene glan zende vleugels zitten opvallende bloedrode vlekken. Een schitterend voorbeeld van overlevingskunst spreidt - tenslotte - de Lindepijlstaart ten toon. In één van de laatste nummers van Natura, het blad van de KNNV, wordt gedetailleerd beschreven hoe deze vlinder zich aan het oog weet te onttrekken. De dwarsbanden over de vleugels komen qua kleur en tekening vaak perfect overeen met de bast van de stammen waarop deze nachtvlinder zich over dag ophoudt. De kleurige vlakken daar tussen in maken dat de lindepijlstaart voor het oog in stuk jes opgedeeld lijkt, zodat de contouren van de vlinder onherkenbaar worden. Dat wordt nog eens extra versterkt door de grillig gevormde achterkant van de vleugels. Sint jjamvlinder lekening R ~Jambusse 30

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1988 | | pagina 30