De natuurwaarden van platen en slikken Gert-Jan Bulh Nog steeds komen duizenden hectaren platen en slikken in de Ooster- en Westerschelde voor. Zeeland is altijd rijk aan blikken (zandplaten) en slikken geweest. Vanouds her is hun aanwezigheid hier zo van zelfsprekend dat men gauw vergeet wat voor een belangrijke natuurgebieden het in feite wel zijn. Als natuurbeschermer stuit je dan ook regelmatig op een berg onbegrip bij vertegenwoordigers van de regio nale en provinciale overheid. Men snapt niet waarom zo bijzonder gedaan moet worden over een kaal slik of een zandplaat. van Schouwen-Duiveland zijn de Slikken van Via- ne bij Oosterland en de ongeveer 7 km lange Rog- genplaat in het mondingsgebied. In de Schelphoek en ten oosten van Zierikzee liggen kleinere gebie den. Op het eerste gezicht is er inderdaad niet veel te zien op het slik of een plaat. Let je wat beter op dan vallen allereerst de tandpasta-hoopjes van de zeepieren op, of hoor je op een gegeven moment gekraak onder je voeten als je over een kokkel- bank loopt. Volkomen aangepast aan het dynami sche getijde-milieu spelen de biologische aktivitei- ten op de platen en slikken zich vooral in, of vlak boven de bodem af. Wanneer de bovenlaag van een stuk slikbodem wordt uitgezeefd, blijkt dat hierin grote massa's dieren voorkomen. Gebieden als de Oosterschelde zijn ondiep in ver gelijking met de open zee. De hoge plankton- produktie in het water vormt het voedsel voor de vele bodemdieren in de platen en de slikken. Het bodemleven van slikken en platen. Van links naar rechts (telkens 3 ex./soort): Nonnetje (Macoma balthica), Kok kel (Cardium edule), Strandgaper (Mya arenaria), Slijkgarnaal (Corophium volutator), Wapenworm? (Heteromastus filijormis) en Zeepier (Arenicola marina). De laatste jaren is het oppervlak getijde-gebied in zuidwest-Nederland sterk afgenomen. Het Ha ringvliet, de Grevelingen en recent het Krammer- Volkerak zijn hun getijde-karakter kwijt geraakt. Wat betreft de Westerschelde groeit de trieste reeks publikaties en gegevens die aantonen hoe vervuild dit gebied wel niet is. Rest ons nog de verkleinde Oosterschelde als „puur natuur" getijde-gebied. Binnenkort worden een aantal belangrijke be leidsmatige beslissingen genomen die betrekking hebben op de platen en slikken in de Oosterschel de. Tegen deze achtergrond leek het mij goed om hier een aantal gegevens over het fascinerende intergetijde-gebied, zoals platen en slikken ook wel genoemd worden, samen te vatten. Weiden van vlees Grote intergetijde-gebieden in de direkte omgeving

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1988 | | pagina 12