AKW 736 Verslag van half september tot half november 1983. Naast allerhande kleine zaken zijn het vooral de jachthaven De Val, de jachthaven Stad aan t Haringvliet en de drinkwateronttrekking op de Kop van Goeree die de aandacht vroegen. Jachthaven De Val. Op 20 oktober j.l. hebben de voorzitter van de Stichting, de heer Huis man, en ondergetekende namens de Vereniging, de bezwaren toegelicht die er bij beide organisaties bestaan tegen de aanleg van een jachthaven in De Val. Een en ander gebeurde op een hoorzitting van Gedeputeerde Staten van Zuid Holland. Met name hebben we hier gewezen op de grote natuurwetenschappelijke en landschappelijke waarden van dit gebied. De gegevens van inventarisaties, welke de laatste jaren gehouden zijn tonen dit overduidelijk aan. Deze feiten waren echter niet bekend ten tijde van de planning van De Val als jachthaven, zoals voorgesteld in de Nieuwe Inrichtingschets Grevelingen (NISG)Ook het feit dat De Val ligt ingebed in een stiltegebied is nog eens benadrukt. Hoewel er op dit soort zittingen geen besluiten uitgesproken worden, konden we uit de woorden van gedeputeerde Noorland wel opmaken dat meer waarde gehecht wordt aan de continuïteit van een beleid (NISG, streek plan, bestemmingsplan) dan aan het feit dat de natuurwaarden thans dui delijk zijn aangetoond, waardoor een betere afweging gemaakt zou kunnen worden dan ten tijde van het opstellen van de NISG. Ook burgemeester Van Velzen van de gemeente Goedereede pleitte voor de continuïteit van het gemeentelijk beleid. Een en ander laat wel de indruk achter dat het er op een bepaald moment in de beleidsfase niet meer toe doet of nieuwe gegevens een ander beleid zouden doen rechtvaardigen. Kennelijk vreest men dat er zoveel overhoop gehaald gaat worden bij een eventuele heroverweging ten gunste van De Val, dat men kiest voor de continuïteit van een (verkeerd) beleid en een waardevol natuurelement hieraan opoffert. Nog een dubieuze jachthaven. Zoals reeds eerder in deze rubriek gemeld, hebben we bezwaar gemaakt tegen het aanleggen van een jachthaven te Stad a/h Haringvliet. Dit be zwaar richtte zich zowel tegen de bestemmingsverandering van het gebied als tegen de aanvraag voor een ontgronding in het gebied. Ten aanzien van de ontgronding heeft de Provinciale Planologische Dienst (PPD) een advies uitgebracht aan G.S. van Zuid Holland. Dit advies komt kort samengevat neer op het volgende: De PPD is het eens met de Provinciale Planologische Commissie (PPC) die stelt dat de ontwikkeling spoort met het beleid van G.S. ten aanzien van een gereguleerde groei van de watersport. Dat gereguleerde moet dan wel tot uitdrukking komen in een gefaseerde groei. Echter, dit stuit op een exploitatiedrempel. Een in etappe's uitgevoerde havenuitbreiding is eco-

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1983 | | pagina 26