123 BRANDGANS Van de algemeen voorkomende ganzen is deze soort de opvallendste. De kombinatie van zwarte hals met wit gezicht sluit ieder misverstand uit (tenzij de veel grotere Canadese gans erbij gerekend wordt, doch deze soort is hier zeldzaam) Zoals ook voor de Rotgans geldt: de Prunje is de meest bekende plaats om Brandganzen te zien. In totaal zijn er 445 ex. waargenomen, waarvan 400 ex. in de Prunje en de overige 45 ex. onder Oosterland. Deze aantallen zijn weer geen uitschieters, vaker zijn aantallen van bo ven 1000 ex. waargenomen (de 1 norm ligt op 700 ex.). Niet zelden wordt tussen de pleisterende Brandganzen een Roodhalsgans waargenomen. Deze liet echter bij deze telling verstek gaan. Zeeland-Ganzenland is een bekende term, en dat is niet voor niets. Zoals al in de inleiding gemeld werd is de broedtijd een energievretende periode voor de Ganzen. De Ganzen arriveren letterlijk uitgehongerd op de winterkwartieren, hun gewicht is gehalveerd! De winterperiode is er dus om de in het broedseizoen aangesproken vet- reserves weer aan te vullen. Maar daar moeten ze wel heel wat voedsel voor opnemen, want ze hebben een vrij inefficiënt verteringssysteem. (Koeien hebben een veel efficiënter systeem door hulp van bacteriën.) De meeste Ganzen moeten dan ook de hele dag eten, alleen hieruit blijkt al hoe ongewenst verstoringen voor hen zijn. We kunnen wat voedselopname betreft de Ganzen opdelen in twee groepen, de knippers met een fijnere snavel: Brand-, Kol- en Rotgans, en de gra vers met een forsere snavel zoals de Grauwe gans Bij het zoeken naar voedsel wordt de Gans geleid door een fijne "neus" welke feilloos eiwitrijk voedsel weet te onderscheiden. Is het vreemd dat veel Ganzen fourageren op het eiwitrijke Wintertarwe? Overigens is het eten van Wintertarwe op zich geen schadepost, integendeel zelfs, het gewas heeft er voordeel van. Het is meer de betreding door Ganzepo- ten wat struktuurbederf van de grond ten gevolge heeft.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1983 | | pagina 13