~Ï20 fly-way - Het is gebleken dat een bepaald gedeelte van een totale po pulatie van één soort een vastomlijnd broedgebied heeft en een vast omlijnd overwinteringsgebied. Zo'n populatie heet dan een fly-way popu latie j afgeleid van het Engelse 'vlieg-route'Tussen de broedgebieden en overwinteringsgebieden wordt dus een nauwe relatie gelegd. KLEINE ZWAAN De Kleine zwaan is op Schouwen-Duiveland min of meer een nieuwkomer van de laatste 2 decennia. Daarvoor was hij een zeldzame verschijning (STERNA 1, 2, jg 24 blz69) Tevens wijzigde deze soort zijn fourageerplaatsDe inlagen werden ver ruild voor graslanden en akkers. De laatste 10 jaar wordt er ook meer en meer gefourageerd op oogstresten van aardappelen en suikerbieten. De heer W. de Vos uit Zierikzee heeft schitterende dia's hiervan, waar ik menigmaal gefascineerd naar heb gekeken. Bij de telling van 22 januari zijn in totaal 90 Kleine zwanen gezien, verdeeld over 6 groepen. Grootste groep 40 ex. in de Dreischor polder. Het totale aantal van 90 ex. is net niet genoeg om aan de 1 norm van 100 ex. te komen. Het getelde totale aantal ligt aan de lage kant, er zijn momenten in an dere winters waarin groepen van over de 100 ex. zijn waargenomen. GRAUWE GANS De telling van 22 januari leverde in totaal 345 ex. van deze soort op. Internationaal gezien heeft dit getal weinig betekenis (1 norm is 1100 ex..). Dit totaal werd verdeeld over 4 groepen waargenomen, grootste groep 150 ex. op een akker bij Vianen. Opvallend is het volledig ontbreken van deze soort bewesten de lijn Drei- schor-Nieuwerkerk. KOLGANS Een mager groepje van 43 ex. op een weiland bij Vianen, daarmee hebben we alle Kolganzen gehad. Daarmee valt deze soort erg uit de toon, normaliter houden zich, vooral op Duiveland, meerdere honderden ex. op.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1983 | | pagina 10