VISDIEF Mogelijk als gevolg van de minimale broedresultaten in de afgelopen ja ren is het aantal Visdiefjes drastisch teruggelopen en het ziet er naar uit dat het eind van deze ontwikkeling nog niet in zicht is. Ook in dit seizoen was het broedsukses heel erg laag - je zag slechts een enkel jong vliegvlug worden. Belangrijke oorzaken voor het mislukken van de broedsels kunnen zijn: predatie door ratten, Zilvermeeuwen, Storm- meeuwen en mogelijk Kokmeeuwen. Hoewel we geen duidelijke sporen van ratten hebben gezien is het wel de meest aannemelijke verklaring voor het verdwijnen van talloze legsels en jongen. Predatie van eieren en kuikens is gezien van Zilvermeeuwen, Stormmeeuwen en Kokmeeuwen. Mogelijk als gevolg van de uitbreiding van de Zilvermeeuw op het ooste lijk deel en de Kokmeeuw in het midden van de Tweede Sternbank, verschoof het broedterrein van de Visdief naar het uiterste westen binnen het af gerasterde gebied. De verspreiding van de broedparen was als volgt: Tweede Sternbank - 335, Noord - 25, Het Breed - 30, Zilverhopels - 35 en op de Eerste Sternbank 25 paar. We hebben dit jaar geen Noordse Stern gezien of gehoord. Het wordt steeds moeilijker om die er met zoveel Kokmeeuwen omheen tussen uit te halen, dus helemaal onmogelijk is het niet dat er toch een enkel paar gebroed heeft Evenals bij de Grote Stern verliep de vestiging van Kokmeeuwen trager dan in vorige jaren. Bovendien lijkt het met het jaar onrustiger te worden gedurende de vestigingstijdDikwijls was de direkte oorzaak van deze onrust niet te zien - onze vermoedens gingen dan uit naar rondzwer vende ratten of een stootvogel die in de Kreekbosjes zat. Het aantal broedparen op de Tweede Sternbank nam flink toe, de oude Ko lonie daarentegen was minder bezet, zodat in feite van een verschuiving sprake is. Deze wordt in de hand gewerkt door de toegenomen onrust en de begroeiing rond de oudste vestiging. Al speelt de iets gunstiger lig ging van de Tweede Sternbank t.o.v. een belangrijk fourageergebied als de Slikken bij de Haringvlietbrug mogelijk ook een rol. De voornaamste faktor is wel de geschiktheid van de Tweede Sternbank als broedterrein vanwege de nog lage, enigszins verruigende, begroeiing, die tot laat in het seizoen vestiging mogelijk maakt. Predatie door Zilvermeeuwen van eieren en jongen werd bij alle vestigin gen waargenomen. Het lijkt dat deze meer sukses hebben bij de kleinere vestigingen dan bij de grootste. Hoewel het voorheen maar enkele Zilver meeuwen waren die van deze voedselbron leefden, blijkt nu dat met de toename van de Zilvermeeuw ook het aantal van deze specialisten toeneemt. Ondanks de sterke predatie was het aantal jongen dat vliegvlug werd bij zonder groot, wellicht omdat vanwege het vele mooie weer in juni en juli de kuikensterfte beperkt is gebleven. ZILVERMEEUW Met betrekking tot de Zilvermeeuw werd hetzelfde beleid gevoerd als vo rig jaar: de legsels werden zoveel als mogelijk was opgespoord en de eieren geraapt (ca. 1700), behalve bij de Bollen en Het Klaverblad Stuifketel) KOKMEEUW

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1983 | | pagina 15