Algemeen Het is niet onmogelijk dat de uitgevoerde terreinwerkzaamheden in de in lagen op korte termijn vruchten af gaan werpen. Op het moment dat dit overzicht wordt gemaakt (apr. 1983) verblijven er flink wat Kluten in de Koudekerkse inlagen (ca. 50p.). In het voorjaar van 1983 is een proefveldje in de Flaauwers gemaaid. Er wordt naar gestreefd om in samenwerking met de pachter, dhr. A.A.K. v.d. Hoek, in de naaste toekomst ook een proefveld in de Weevers te maaien. Op deze wijze zou het terrein nog geschikter worden als broedplaats voor Sterns Er wordt dan niet alleen op Visdieven gedoeld, maar ook op de (herves tiging van Grote Sterns. Elk jaar verblijven er regelmatig Grote Sterns op het eiland in de Wee vers, maar broedgevallen blijven hardnekkig uit. Het is een gelukkige situatie dat er op de Hompelvoet grote aantallen Grote Sterns broeden, maar één broedplaats in het hele Deltagebied is verre van ideaal. Het zou beter èn veiliger zijn als ook op andere plaat sen kolonies Grote Sterns tot broeden zouden komen. Ten slotte: Het verging de Bruine Kiekendief in 1982 bijzonder goed op Schouwen- Duiveland. Niet minder dan 8 broedgevallen zijn met zekerheid vastge steld, een ongekend aantal! Ook in de rest van het Deltagebied blijkt het aantal Bruine Kiekendieven flink toegenomen, een soort herkolonisatie van voorheen verlaten punten (P.L. Meininger 1983). Op Schouwen-Duiveland viel de terreinkeuze van deze soort op. Niet min- der dan 4 van de 8 paren nestelden op akkers, in graanpercelenDrie andere paren verkozen rietbegroeiingen bij kreekresten, het laatste paar broedde in een vochtig terrein in de duinen. Een laatste gegeven w.b. deze soort; de verdeling over Schouwen en Dui- veland lag precies 4 en 4. Helaas hoort hier ook een zeer slecht bericht bijop Duiveland zijn er

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1983 | | pagina 15