het voet- of fietspaden, een verarming zal betekenen voor dit gebied. Dit zou zich o.a. kunnen uiten in het verdwijnen van de meest kwetsbare soorten, die een groter woonterrein nodig hebben. De grotere roofvogels en de Velduil behoren hiertoe. In de geïnventariseerde duingebieden zijn in totaal ruim 80 soorten broedvogels vastgesteld. Ongetwijfeld zijn er soorten gemist, omdat er soorten zijn die de inventariseerders onbekend zijn. Daarnaast kan ge steld worden dat buiten de onderzochte gebieden zeker nog soorten voor komen welke thans niet in dit verslag zijn genoemd. Het ligt dan ook in de verwachting dat het broedvogeloverzicht van 1983 zeker een paar soor ten aan deze lijst van 80 soorten zal toevoegen. Enige kanttekeningen bij de duinbroedvogels De Grutto: Het lijkt erop dat de Grutto als broedvogel is uitgestorven in de dui nen van Schouwen. Kon destijds (1975) nog 4-6 paar worden vastgesteld (van Haperen), in 1982 is ons niet één broedgeval bekend. De Tureluur: Eenzelfde lot als de Grutto ondergaat wellicht zeer binnenkort de Ture luur. Alleen terrein de Jonge herbergt volgens mededeling van P. van Dalsen nog 4 paar. Het zou kunnen zijn dat op een andere plaats een paar broedgevallen hebben plaatsgevonden, maar het ziet er voor deze soort, wat de duinen betreft niet rooskleurig uit. De Grauwe Klauwier: Er is in 1982 slechts één zeker broedgeval gemeld op terrein de Jonge. Elders heeft misschien nog een enkel broedgeval plaatsgevonden, maar de status van deze fraaie broedvogel blijft erg wankel. Wel is er een waarneming van 5 exemplaren tegelijk in een villawijk in Burgh-HaamstedeDeze waarneming lijkt betrekking te hebben op een "ge- zin".

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1983 | | pagina 12