Ovep voxels eneeryc^en/Ie^Ij
6
Het was op een mooie septemberdag vorig jaar. Overal waren boeren druk
bezig op het land. Behalve wat meeuwen "achter de ploeg" waren er zo op
het eerste gezicht niet veel vogels.
Toch zat er nog wel wat. In verband met het schonen van de kreken en
sloten was het waterpeil in de kreek verlaagd, zodat er maar een smal
watertje was overgebleven met aan weerszijden brede modderstroken en
hoge, steile oeverwallen. Ideaal voor vogels die van zeer ondiep water
en zelfs zachte modder houden. Er waren dan ook steeds v/el wat Water
snippen, Tureluurs, Wintertalingen en dergelijke soorten te vinden.
Met de kijker werd de kreek daarom afgezocht. Dat leverde direkt al een
paar GroenpootruitersWatersnippen en twee invallende Oeverlopers op.
Plotseling verschijnt in het kijkerbeeld een Wezeltje. Druk snuffelend
zoekt het onderlangs de oeverwal naar mogelijke prooien. Daarbij ver
dwijnt het geregeld achter de afgebrokkelde stukken klei en pollen gras
van de oeverwal. De aandacht van het Wezeltje wordt getrokken door een
Watersnip. Even proberen, denkt-ie, maar de Watersnip is ook niet van
gisteren en gaat even verderop zitten als het Wezeltje te dicht nadert.
De halfslachtige jachtpoging wordt daarom maar weer opgegeven en al
snuffelend en af en toe een kegel makend (op de achterpoten gaan zitten)
gaat het zoeken verder.
De beide aanwezige Groenpootruiters hebben de poging van ons Wezeltje
echter gezien en komen aangevlogen. Op een paar meter van het felle ro-
vertje strijken ze neer. Vol belangstelling volgen ze het Wezeltje op
zo'n paar meter afstand. Misschien vindt het Wezeltje de belangstelling
wat hinderlijk. Opeens zwemt het de kreek over om langs de andere oever
zijn weg te vervolgen. De Groenpootruiters vliegen echter de kreek over
en volgen daarna weer getrouw te voet
Om een bocht in de kreek, zo'n tweehonderd meter verderop, verdwijnt
ons drietal uit de kijker.
Het gedrag van deze Groenpootruiters lijkt misschien wat vreemd. Toch
komt het algemeen voor in de vogelwereld.
Iedereen kent wel het reageren van mussen en andere zangvogeltjes als
een kat op jacht is: druk scheldend wordt de kat gevolgd door een hele
horde vogeltjes, die daarbij wel zorgen op veilige afstand te blijven.
Jagers maakten vooral vroeger ook wel gebruik hiervan door een uil op
een paal vast te maken, waarna de er op af komende roofvogels werden af
geschoten (erg weidelijk, nietwaar?).
Ook het dicht opeen dringen van een wolk spreeuwen en het uitvoeren van
gezamenlijke duikvluchten van zo'n spreeuwenbal op een vliegende roof-