-in ftuzb Hay>infyi/&&fc Door de afsluiting van het Haringvliet in november 1970 werd het zout watergetij ingewisseld voor vervuild rivierwater Het getijverschil van 2 meter viel weg, er bleef een schijngetij van 0.20 meter N.A.P. bestaan via Spui en Dordse Kil, bij een gemiddelde waterstand 0.50 meter N.A.P. Zoals te verwachten heeft dit voor de buitendijkse terreinen waaronder Slikken, Biezenvelden, Rietgorzen en Grasgorzen, grote veranderingen teweeggebracht Bij aanhoudende oostenwind kan het water weglopen tot N.A.P. Bij aanhoudende westenwind is het niet mogelijk te spuien daar de water stand aan de zeezijde dan hoger staat dan in het Haringvliet, het water binnen kan dan oplopen tot een hoogte van wel 1.60 meter N.A.P. Na de afsluiting zijn vele terreinen aangewezen tot Beschermd- en Staats natuurmonument in het kader van de NatuurbeschermingswetTerreinen die onder de Aanwijzing van de Natuurbeschermingswet vallen maar partikulier bezit zijn, staan te boek als Beschermd Natuurmonument, de terreinen in eigendom van de Staat der Nederlanden staan te boek als Staatsnatuurmo- nument De inwerkingtreding van de Natuurbeschermingswet in het Haringvliet da teert van 2 november 1971, enkele van de belangrijkste zaken die via deze wet geregeld zijn, betreffen het voorkómen dat riet- en grasland worden omgeploegd of doodgespoten met bestrijdingsmiddelen, kreken en sloten worden gedicht en reliëfrijke graslanden worden geëgaliseerd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1983 | | pagina 27