92
Allereerst wil ik er op wijzen dat deze familie niet in zijn geheel
behandeld wordt maar een groot gedeelte hiervandeels doordat er
veel cultuurgewassen bij zijn en anderzijds omdat ik niet over alle
bekend zijnde gegevens beschik.
Deze familie heeft hier op Goeree een grote verscheidenheid op een
relatief kleine oppervlakte. Als we oude inventarisatielijsten ver
gelijken met die van nu, zien we dat er maar kleine verschillen zijn
opgetreden, ook is dit met de zeldzame soorten zo. Boewei van ande
re plantenfamilies enkele bijnaof geheel zijn verdwenen.
De grote verscheidenheid is van een aantal factoren afhankelijk n.I.
kalkhoudende en kalkarme gronden, natte en droge gronden, arme en
bemeste gronden en daarnaast nog de klimatologische omstandigheden
en planten die storingsgebieden zoeken.
Het is wel zo dat het één niet het ander uitsluit, daar bepaalde
planten van meerdere faktoren gebruik moeten kunnen maken, dus niet
voldoende hebben aan één van deze faktoren. Daarom moeten we niet
alleen letten op kalk of zuur, maar ook op nat of droog en de lig
ging, bijv. op het noorden of zuiden van een dijk, boom of andere
oneffenheden.
Om een voorbeeld te geven zien we dat de Sikkelklaver algemeen voor
komt doordat de grond plaatselijk kalkhoudend is.
Op andere plaatsen zien we het Hazepootje en het Vogelpootje ook
algemeen maar dan op kalkarme grond. Er zijn natuurlijk ook voor
beelden te geven van planten die natte en droge gronden prefereren
zoals de. Gele honingklaver op natte en de Kleine rupsklaver op dro
ge gronden.
Soorten die storingsgebieden prefereren. Die zijn dan ook veel te
zien op plaatsen waar graafwerken zijn uitgevoerd of waar voertui
gen de grond omgewoeld hebben en zich niet veel aantrekken'van
kalk of kalkarme gronden zoals bijv. Witte klaver. De grenzen van
kaVkrijk en kalkarm zijn niet altijd scherp te trekken doordat deze
vaak heel geleidelijk overgaan, zodat voor een bepaald soort zijn
optimum geleidelijk afloopt en die van een aanliggend gebied dit
ook zal doen.Dan kan het voorkomen dat men planten vindt die niet
tot dezelfde ecologische groep behoren en door elkaar heen groeien.
In bijgevoegde lijst staan nog een paar zeer zeldzame soorten. Na
melijk de Perzische klaver die voor ons land adventief is, deze
hoort thuis in Zuid-Europa en zal dan ook wel verwilderd zijn. Met
de Akkerklaver is dit iets anders, deze behoort wel tol ónze flora
maar komt waarschijnlijk verder in ons land niet meer voor. Het is
dan ook niet zo dat deze hier veel voorkomt n.l. in 1978 is 1 exem-