60 Zaterdag 26 mei 1979 was een historische dag voor de Vereniging van Natuur- en Landschapsbescherming Goeree en Overflakkee. Er werd namelijk een eerste exkursie voor de leden georganiseerd door de heren Johan Dunk en Johan Everaers over de Krammerse Slikken. Dit gebied kennen de beide heren als hun broekzak, daar zij dit enige jaren geleden geheel hebben geïnventariseerd. Naar hun weten was dit nog nooit eerder gebeurd. Omdat dit een zeer belangrijk voed- selgebied is voor vogels vonden zij het noodzakelijk deze tellin gen te verrichten en er een verslag van op te maken. Het is zoals zij zelf in een kort artikel schrijven "een geheel vergeten hoek". De tocht startte 's morgens om half tien bij de Nieuwe Sluis te Oude Tonge. Er waren ongeveer twintig deelnemers. Het weer was ge lukkig goed. We maakten een heerlijke tocht over de slikken, waar bij we verschillende kreken moesten oversteken. Sommige laarzen bleken niet geheel waterdicht. Jammergenoeg waren de anders in zo grote getalen aanwezige wadvogels al wat ver verwijderd. De orga nisatoren konden de tocht echter niet vroeger plannen in verband met het oversteken van de kreken. We zagen nog wel bonte strandlo- pers en rosse grutto's alsmede zilverplevieren. Scholeksters vlogen krijsend af en aan. Als bijzonderheid moet wel vermeld worden, dat we nog een kiekendief in de kijker kregen. Met een grote boog liepen we terug naar de dijk, waar we op de akkers aan de binnenzijde van de dijk enige verontruste kluten konden zien en horen. Hun nesten liepen gevaar, omdat een boer daar machinaal aan het wieden was. Even verderop zat nog een kolgans binnendijks, wat ook geen alle daags gezicht is. Onze begeleiders vertelden ook dat vele vogels het zwaar te verduren hebben. Ze hadden n.l. hun nesten gemaakt in de restanten zeewier en rommel, die gedurende de winter op de dijk aanspoelen. In het voorjaar echter ruimt het Waterschap al deze rommel op. Vanuit de Vereniging zal een poging worden gedaan om dit opruimen op een vroeger of later tijdstip te doen plaatsvinden, zodat de vogels rustig kunnen broeden. Zo pratend waren we weer op ons uitgangspunt teruggekeerd en konden we terugzien op een geslaag de wandeling, die zeker voor herhaling vatbaar is. L. de Wit-Meyer.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1979 | | pagina 16