53
samenstelling van die slootkantenflora van destijds en vooral wat
aandacht te besteden aan enkele minder algemene plantensoorten die er
wel tussen werden gevonden.
In hoofdzaak bestond het kanthooi uit een aantal hoog groeiende gras
sen, doorgaans niet te rekenen tot de fijnere voedergrassen. Zonder
volledig te zijn kunnen worden genoemd:
Rietgras Phalaris arundinacea L.
Kropaar Dactylis glomerata L.
Kamgras Cynosurus cristatus L.
Engels raaigras Lolium perenne L.
Kweek Elytrigia repens Desv.
De Kweek is in land- en tuinbouw nog altijd een beruchte grassoort.
Het was een moeilijk te bestrijden onkruid, dat, als het er de kans
toe kreeg, heel wat van de voor het cultuurgewas bestemde voedings
stoffen wegnam. Tegenwoordig wordt het door toepassing van bepaalde
herbiciden onschadelijk gemaakt. Vroeger was het eerste werk op de
akker, vóór dat deze zaaiklaar werd gemaakt, het "Kwekenschodde".
Dat was het, met de riek, uitschudden van de voren langs de sloot
kanten, om deze van wortels van Kweek en andere onkruiden te zuiveren
Toch heeft de Kweek ook haar goede zijden! Het uitgebreide wortel
stelsel zorgt voor het in stand houden va- het soms steile talud der
slootkanten. Vandaar dat het op deze plaatsen wel door de landbouwer
wordt geduld. Toen, na de herverkaveling van ons polderland de nieuwe
maagdelijk schone slootkanten soms wat al te grondig plantenvrij wer
den gehouden, zag men dit vaak afgestraft door afkalving en instor
ting, vooral na een stortbui!
Op vertegenwoordigers van de Russen (Juncaceae) en Cypergrassen (Cy-
peraceae)weliswaar ook in en aan sloten voorkomend, wil ik hier
niet ingaan. Ze werden niet in het hooi verwerkt, vermoedelijk omdat
de paarden er niet van hielden, mogelijk ook bevatten zij schadelijke
bestanddelen. Bovendien heb ik, eerlijk gezegd, nog steeds moeite
met het determineren ervan!
Van de vele, algemeen aan de sloten voorkomende Tweezaadlobbigen
(Dicotylen)die met de grassen mee werden gesneden en tot hooi ver
werkt, kunnen worden genoemd, ook hier zonder volledig te zijn:
Veldzuring Rumex acetosa L.
Rode klaver Trifolium pratense L.
Vogelwikke Vicia cracca L.
Veldlathyrus Lathyrus pratensis L.
Smeerwortel Symphytum officinale L.
Watermunt Mentha aquatica L.
Gele morgenster Tragopogon pratensis L.
Gewone melkdistel Sonchus oleraceus L.
Akkermelkdistel Sonchus arvensis L.
Ongetwijfeld zullen er nog heel wat niet genoemde soorten eveneens
door de sikkel zijn gekortwiekt!