achthuizen oosterland ÓuH/erked 10 In Nederland verblijven jaarlijks zo'n 25.000 Rietganzen en een aan tal daarvan komt ook naar Goeree Overflakkee en Schouwen-Duiveland Schrijven over de Rietgans betekent voor mij schrijven over Riet ganzen in deze algemene benaming; de problemen betreffende de soor ten en ondersoorten is een hoofdstuk apart. Zolang taxonomen en veldornithologen het over de verschillende benamingen nog niet met elkaar eens zijn, beperk ik me liever tot de benaming Rietgans, zon der me te verdiepen in de verschillendelatijnse namen. De Rietganzen van Flakkee en Schouwen. De Rietganzen hebben vaste slaapplaatsen, zoals de Slijkplaat, de Ventjagersplaat en de Steenbergse Vliet. Is men het al niet eens over de benaming van de Rietganzen, ook over de fourageerplaatsen verschilt men van mening. Volgens de één hebben ze vaste plaatsen waar ze fourageren, volgens een ander weer zwerven ze juist veel. Dit zwerven is mijns inziens waarschijnlijker. Op Flakkee wijken de Rietganzen van de Galathese polder bij versto ring uit naar de Krammerpolder. Soms echter kunnen ze ook daar niet terecht. De keus is dan: 1. een andere plaats op Goeree Overflakkee; 2. terug naar de slaapplaats; 3. naar Schouwen of elders. De eerste mogelijkheid is niet ondenkbaar, hoewel ik dat nooit heb gekonstateerdVertrekken de ganzen uit de Krammerpolder in noord oostelijke richting, dan is het einddoel waarschijnlijk steeds de

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1979 | | pagina 10