BEBOSSING VAN SCHOUWEN Op de laatste jaarvergadering werden door mij in lichtingen gevraagd over de beweegredenen van de éénzijdige aanplant van percelen eikenbos in de Westhoek. Nu is het wel voor vrijwel iedereen duidelijk dat er tegen een eikeboom "U" dient te worden gezegd en dat, wat men nu aanplant, tegen het jaar 2100 een ordentelijke eikeboom kan zijn geworden. Voorts trekt een oude eikeboora vele soorten vogels aan. "Het Beste Vogelboek" geeft hierover op blz. 382 en 383 enige informatie. Eikebomen trekken in het najaar met hun vruchten echter Vlaamse gaaien aan. Wanneer nu een groter aantal gaaien in de Westhoek blijft, betekent dit, dat er meer eieren en jongen van de zangvogeltjes tot voedsel van de jonge gaaien zal moeten dienen. Dat komt dan nog bij de verstoring, die de recreatie veroorzaakt Er is echter meer. Terwijl de eiken verschijnen, ver dwijnen de zwarte elzen. Deze bomen hebben geen eco 0- rnisch nut meer, naar vereisen wel veel onderhoud, omdat ze het best eens in de 5 jaren tot bijna de grond gesnoeid moeten worden. Deze bomen worden bovendien belaagd door vele soorten insecten. Het is dus niet verwonderlijk, dat de els het veld moet ruimen. De vruchten van de els vormen evenwel in de winter het hoofövoedsel van de overwinterende zaad-etende vogels. Sijsjes, barmsijsjes, vinken, kepen en putters veraan genamen het leven in de "winter door hun aanwezigheid. Deze vogels hebben bovendien dan nog betrekkelijk gunstige klimatologische omstandigheden. Ook elders zijn veel elzebomen verdwenen zoals bijv. rond de weiden in het Westen van wederland. Het aantal zangvogeltjes is daar dan ook gering. Een nieuwe aanplant van elzen voor do vogels lijkt mij het overwegen waard! W. Karper Krimpen a.d. Lek. 77/74

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1974 | | pagina 81