de Nederlandse Avifauna aanvaard. Volgens de Sterna zou
er wel een jaar later in de buurt van Zierikzee een
broedgeval zijn vastgesteld.
De volgende jaren bleven de vogels mij door hun geluid en
gedrag intrigeren. In de winter en in het voorjaar zocht
ik ze op in de elzen, waarvan de vruchten voor hen en
andere zaadeters het
voornaamste voedsel
zijn in die tijdDoor
dat het zulke kleine
vogels zijn, vind ik
ze dan alleen maar
door hun geluiden.
Dan komt in de mei
maand de tijd van het
nestelen. Volgens de
boeken en deskundigen
bouwt de vogel zijn
nest vooral in ber
ken. Zodoende heb
ik veel naar nesten
in berken gezocht,
maar er totnutoe geen
gevonden. Deze bomen
lijken mij op Schouwen
veel te doorzichtig
door de invloed van de sterke vrind. Het toeval speelt
dikwijls echter een grote rol. Toen ik in het voorjaar
van 1973 de bloeiwijze van dennen filmde, hoorde ik barm-
sijzengeluidenEr op afgaande ontdekte ik een paartje
barmsijs, waarvan het vrouwtje, op een nest gezeten, bij
het mannetje om voedsel bedelde. Normaal zijn barmsijzen
schuw en rusteloos. Op het nest was het vrouwtje echter
erg mak. Ze was tot op 1 meter te benaderen voor ze
wegvloog en bleef dan nog in de buurt.
De week daarop, tijdens de Pinksterdagen, voerde dit
paartje 4 jongen. De zaadeters, waartoe ook de barmsijs
behoort, weken het voedsel voor de jongen eerst in de
krop. Dikwijs bedelde het vrouwtje het aangebrachte voed
sel van het mannetje af cm het eerst verder te weken
voor ze het aan de jongen doorgaf. Vooral het vrouwtje
14/74