an alle roofvogels is de fourageermotkode van do torenvalk
misschien wel het meest heleend. In snelle roeivlucht strijkt
,;e valk over de grond om plotseling tegen de wind in vaart af
te remmen en te gaan bidden. De staart wordt uitgewaaierd en
afhankelijk van de windkracht min of meer naar beneden gehou
den. Met snelle vleugelslagen bjj weinig wind of met een ge
ringe beweging van de vleugeltcppen bij een stevig briesje be
reikt de valk een positie van stilstand in de lucht.
Ziet de valk een prooi, dan laat hij zich meestal iets zakken
om vervolgens met de vleugels hoog boven de rug naar beneden
te duiken. Men heeft berekend dat 1 op de 8 duiken resulteert-
in een prooivangst. Deze bestaat voornamelijk uit vc-ldmuizen.
De muizen nemen 85$ van zijn menu in. Voor de rest vangt de
torenvalk insekten, wormen, kikkers, vogels en nog wat ande
re dieren. De slachtoffers bij de vogels vallen hoofdzakelijk
onder graspiepers en leeuweriken, maar ook valt de torenvalk
wel steltlopers aan tot de grootte van een kievit, ik stel me
echter voor dat dit uitzonderingen zijn.
Als we ze niet zien vliegen, en hiermee bedoel ik de toren
valken, dan betrekken ze een hoge uitkijkpost in bomen, tele
graafpalen f, zo de heer Boot in zijn artikel vermeldt, op
verkeersborden. Indien deze posten niet aanwezig zijn, bijvoor
beeld in onze inlagen, dan worden ook lagere paaltjes tot één
meter hoogte (van afrasteringen e.d.) voor lief genomen. Op
de grond zien we de torenvalk buiten het fourageren weinig.
Op de Veersegatdam kon ik ze echter regelmatig op het asfalt
zien zonnen. Eenmaal zaten er zo vier op korte afstand van el
kaar.
Dit was in januari en toen was ook al de balts van de toren
valk gade te slaan. Hét mannetje zweefde in cirkels rond het
vrouwtje en dook naar haar in een serie korte duikvluchten,
waarbij hij na elke duik weer optrok. Het wijfje zat daar toen
op de grond, maar normaal heeft zij tijdens deze duikvluchten
een hoge zitplaats ingenomen, of ze vliegt, waarbij ze zich
nu en dan omdraait en haar klauwen aan het mannetje toont. De
duikvluchten op het vrouwtje gaan soms zo ver dat het manne
tje haar bijna raakt. Deze handelingen gaan gepaard met een
steeds herhaald geschreeuw.
Hat het nestelen betreft zijn de torenvalkjes zeer plaatstrouw
al wil dit niet zeggen dat telkens hetzelfde nest uitgekozen
wordt. De nestkeus geschiedt meestal door het mannetje, alhoe
wel af en toe ook het vrouwtje dit voor liaar rekening neemt,
waarbij ze vergezeld wordt door het mannetje.
De paring vindt plaats op een boomtak en het schijnt, dat deze
38/73