schil troffen we ook aan tussen de bruine en groene kikker, welke laatste hij het kwaken de bekende witte uitwendige kwaak- blazen laat zien. Hun gehoorsafstanden liggen op 50 meter voor do bruine en 500 meter voor de groene kikker. Nu we het toch over de geluiden van kikkers en padden hebben - zij beschikken ook nog over andere geluiden dan het eerder vermelde ge kwaak - mag niet onvermeld blijven dat de ze dieren de eerste verte braten waren, die door mid del van gelui den op de omge ving konden re ageren, zich door hun stem verstaanbaar konden maken en gezamelijk konden concerteren. De plaatstrouw hebben we al e- ven aangestipt deze was bij de rugstreeppad niet zo groot. Het is dus maar goed dat zij zich van verre hoorbaar kunnen maken, anders kwamen de vrouwtjes nooit te weten waar een mannetje en dus water aanwezig was om te paren en er de eieren af te zet ten. Deze ei-afzetting gaat niet zo explosief als bijv. bij de gewone pad 5 bij de rugstreeppad vindt ze plaats van april tot juli en soms nog wel in augustus en september. Gedurende die maanden zijn er dus ook nog mannetjes die roepen. Neten we dan ook nog dat de rugstreeppad iets zout water eveneens aanneemt als een plaats om de eieren af te zetten, dan kunnen we de grote aantallen van deze soort op ons eiland goed begrijpen. Maar, we zijn weer afgedwaald, we hadden het over de plaats- trouw. Gewone padden en bruine kikkers komen elk jaar terug naar dezelfde paarplaatsen. De plaats waar ze gemetamorfoseerd zijn wordt drie of meer jaren later, bij het bereiken van de volwassen staat, weer bezocht en daarna elk jaar opnieuw. Ook, 32/73

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1973 | | pagina 34