mogelijk is, worden in stilstaand zout
voedselrijk water altijd in groten ge
tale aangetroffen. Deze flagellaten
dienen dan weer tot voedsel aan huis-
jesbewonende vrijzwemmende trilhaar-
dieren zoals Tintinnopsis-soorten
(fig. 6 a en 6bjen Favella ehrenteiqm
(fig. 6c)soorxen die we af en toe
in Schelphoelc talrijk en in grote ver
scheidenheid waarnemen.
SAMENVATTEND: Het plankton van de
kreek van Schelphoelc is rijk aan soor
ten. Het heeft, dooi' het hoge zoutge
halte van kreek, diverse componenten
gemeen met de Oosfcerschelde, maar te-
selrijke karakter van het water, ver-
schillende soorten gemeen met het - enale - 0. -nm
Veerse Meer. Er zijn ock veel typische Fiauur 6c
littorale soorten .nier. De combina
tie van genoemde kenmerken is karak
teristiek voor Schelphcek. De kreek is hierdoor en ook door
andere kenmerken (Heerebout, 1969) van grote wetenschappe
lijke v/aarde
C.Bakker en W.J.Phaff
(Delta Instituut v. Hydrobiologisch Onderzoek,Yersdce)
Literatuur:
C.Bakker, 1966. Een protozoo in symbiose met algen in het
Veerse Meer. De Levende Natuur 69s 180-187»
C.Bakker, 1972. Milieu en plankton van het Veerse Meer, een
tien jaar oud brakwatermeer in ZW-NederlandMe
dedelingen van de Hydrcbiclo, ische Vereniging 6:
15-38.
G.R.Heerebout, 1969 Hydrobiologie van de brakke kreek
Schelphoek. De Levende Natuur 72; 284-287.
G.R.Heerebout, 1970. A classification system for isolated
brackish inland v;aters, based on median ohlerini-
ty and chlorinity fluctuation. ITeth. J. of Sea
Res. 5° 494-503»
Illustraties van de auteurs van dit artikel.
13