4 - dek had men zand langs die weg gestort. Hoewel werklieden op korte afstand aan het wegdek werkten, nestelde de scholekster in dat zand. Het legsel werd door deze werklieden met rust gelaten en de plaats werd gemarkeerd door enige stenen om te veel uitwijkende motorrijtuige Tan het nest Terwijderd te houden. Ook toen de weg weer Toor het Ter- keer werd opengesteld, zat de scholekster nog Tast te "broeden en ble op de eieren zitten, ondanks het feit, dat autowielen slechts op eni decimeters afstand Tan hem Toorhij suisden. De jonge scholeksters kwa men op zekere dag uit het ei en trokken met de oude Togels naar een aangrenzendweiland Nog altijd blijTen de als natuurreserTaat aangemerkte gebieden Teel broedvogels trekken, Voora.1 in die gebieden, waar de nodige rust hee zag men Teël Togels. Deze gebieden zijn dan ook Tan onschatbare waa.rd voor onze aTifauna, en zelfs nationaal Tan Teel belang. Tot het handh Ten Tan de nodige rust in deze reserTaten werkten ook weer onze Toge wachters belangeloos mee. De drukke Terkeersweg tussen Haamstede en Renesse geeft in het broed seizoen altijd Teel oTertrekkende jonge Togels te zien (Voornamelijk w de eenden en bergeenden). Ook dit Toorjaar plaatste de Vogelwacht aa die weg weer de bekende waarschuwingsborden Toor het Terkeer. Dat der borden moedwillig werd Ternield, doet ons alleen maar medelijden hebben met de dadar(s) wegens gemis aan eerbied Toor de natuur en me betrekking tot andermans goed. Bij de inlagen plaatsten wij weer de kleurige bordjes waarop de plaat selijke broedTogels zijn Termeid. Dit jaar werd Toor het eerst ook bij de Ouwerkerkse inlaag zo'n bordje geplaatst. De bergeend, die ook dit jaar weer in groot aantal op Schouwen-DuiTe land broedde, komt meestal met zijn jongen te Toorschijn als reeds Tee Tacantiegangers in de duinstreek aanwezig zijn. Bekend is, dat dikwijl kuikens Tan deze Togelsoort (kennelijk) verladen worden aangetroffen dan worden medegenomen. De kinderen Tinden de diertjes zo leuk. Late als de thuisreis moet worden aanvaard, zit men dan meestal met deze eendjes in de maag, want het opkweken Tan deze bergeendjes (het mee nemen is reeds een strafbaar feit) blijkt toch niet zo eenvoudig te z Onze asylhouder, de heer Bakker te Burgh, weet er Tan mee te praten. Deze zomer ontTing hij tal Tan jonge bergeendjes, die hij met grote mo te in leTen kon houden en la.ter Trij liet. DE NATOURGIDS VAN DB 2 EEUWEN GELEDEN De meesten Tan U zal de nanm Martinet niet Teel zeggen, maar misschi zijn er enkelen aan wie de ontboezemingen Tan deze predikant, die in 2e helft Tan-de "18e eeuw leefde, niet geheel onbekend zijn. Behalve predikant, geruime tijd in Zutphen, was hij ook "Meester der V: Konsten, Doctor in de Wijsgeerte en Lid Tan de Hollandsche Maatschapp; der Weetenschappen te Haarlem. Hij heeft Teel gelezen, gereisd en geschreTen en met priTilegie Tan d< Ed.Gr.Mog.Heeren Staaten Tan Holland en Westvriesland zijn veel van zi boeken uitgegeven in Amsterdam bij Johannes Allaart'. Deze Allaart, ooi geschreven Allardt heeft veel kaa.rten doen drukken. Er staat dan op "Uyt gegeven by Carle of Johannes Allardt op den Dam in den Caartwinl Het boek waar het hier om gaat, heet Kathechismus der Na.tuur, er zijn delen van, uit het vierde la,at ik hem hieronder aan het woord. Op een voor die tijd gebruikelijke .manier beschrijft hij vele wandelingei met een jongere vriend. Hy is de Leermeester, de Vragensteller.is de Zijn hele beschrijving is doortrokken van grote eerbied voor de Scheppf die hij dan ook heel veel noemt, -zo op de manier van: "De eeuwige Schepper heeft deeze pragt allerwege met eene milde hand deeze zyne Waereld gestrooid. Koleuren en Geuren ontbreeken nergens. Gelukkig denken er velen van ons nog net zo over, al zullen we het w; anders uitdrukken. Maar ook wij zijn wat vaak hoogst dankbaar gestemd, als we buiten zijn, als we de natuur intrekken. We laten thans onze hoofdpersonen op stap gaan; ze hebben gerust, lel ker gegeten en gedronken en dan zegt de predikant; Er is noch eene ar dere plaats, waar ik U brengen moet om het overige in de Schepping t« beschouwen, laten we gaan.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1964 | | pagina 4