j
v
WLj>
«Pi'
y
/n
Bladzijden met versje
en plaatje van broertje
Jacobus Berrevoets in
het 'Poesiealbum' van
Johanna (Sies-)Berrevoets
(Zierikzee 1906-1986),
als wees opgevoed in
het Burgerweeshuis
te Zierikzee. Collectie
gemeentearchief
Schouwen-Duiveland,
Handschriftenverzameling,
inv. nr. 944.
aanwezig uit de periode 1878-1897. Dit zijn
allemaal staande deeltjes, met voornamelijk
standaardversjes en dito plaatjes.
Het merendeel van de poëziealbums in de
Schouwen-Duivelandse collectie dateert uit de
jaren 1904-1929. De bezitters waren meestal
jongedames. In drie gevallen is de periode
waarin er in het album geschreven werd
uitzonderlijk lang: vier keer meer dan 20 jaar,
een keer zelfs 32 jaar. Dit betekent dat deze
albumbezitsters ook in hun volwassen leven
nog aan vrienden en familie vroegen iets in hun
album te schrijven.
We zien dat bepaalde standaardversjes van
generatie op generatie werden opgenomen in
de albums.
Hiervoor werden in toenemende mate voor
beeldboekjes gebruikt. Een andere mogelijk
heid was dat de schrijfster een aansprekend
versje overnam uit een ander album. Een versje
als 'Weinig letters heb ik nodig om u mijn wens
te bieden is al te vinden in het album van
Trijntje van Poelgeest uit Zierikzee dat loopt
van 1885 tot 1888. Dat versje staat ook in mijn
poëziealbum!
Het jongste album uit de collectie, van Elly
Dalebout te Renesse, dateert uit de jaren
1947-1950. In wezen verschilt het weinig van
de albums uit de late negentiende eeuw. Wel
is hierin het eerste met balpen geschreven
gedicht te vinden, heel modern in die tijd.
Opnieuw het vriendenboekje -
niet voor lang
Rond 1980 werd het poëziealbum op de lagere
school verdrongen door het vriendenboekje.
Dat sloeg aan bij meisjes én jongens. Hierin
stonden niet meer de goede wensen aan de
eigenaar van het album centraal. Die waren
vervangen door een of twee bladzijden
met standaard invulvragen waardoor men
een indruk kon krijgen van de schrijver. De
antwoorden legden onder meer de naam van
de schrijver, diens hobby's en lievelingseten
vast. Vaste prik was de vraag wat de schrijver
later wilde worden; ook was er ruimte voor een
goede wens voor de eigenaar. Het plaatje was
meestal een fotootje van de schrijver. Ook in
deze bladzijden is de tijdgeest gevangen.
Tegenwoordig kun je nog in bijna elke
boekhandel poëziealbums kopen, en ook
'poesieplaatjes' zijn nog te kust en te keur te
vinden. Er is blijkbaar nog steeds een markt
voor, maar die is minder massaal dan vroeger:
het poëziealbum is opnieuw een exclusief
bezit. De vriendschap wordt nu onderhouden
via de sociale media van deze tijd. De vast
legging van de vriendschap geschiedt niet meer
op papier, maar digitaal.
9