had ruimte nodig voor opvang en verzorging van bejaarden (oude lieden), van zieken en voor een bewaarschool. Zonder de financiële steun van mevr. Cornelia C.J. Schillemans-de Wit was dit niet mogelijk geweest. Cornelia was de dochter van een bemiddelde rooms- katholieke Zierikzeese zakenman. Zij liet het pand kopen en schonk het aan het rooms- katholieke armbestuur. Timmerman Th.F. Wisse kocht het voor 10.101 gulden. Het pand werd geïnspireerd door haar naam het Sint Cornelia Liefdehuis genoemd. De naam gedenkt ook Sint Cornelius, beschermheilige tegen ziekten. In het pand werden een verblijf voor oude lieden, een bewaar- en naaischool ingericht, onder leiding van uit Duitsland verbannen franciscanessen Verbannen Duitse franciscanessen Zusters franciscanessen kwamen uit Duitsland naar, onder meer, Zierikzee? Hun congregatie werd in 1860 opgericht door Theresia Pfander (moeder-overste Maria Clara) en mgr. dr. Konrad Martin, bisschop van Paderborn, Westfalen. In Duitsland waren katholieke instellingen op bevel van Bismarck verboden of genaast als gevolg van de 'Mei-Wetten' van 1873 en 1874 en de zogenoemde Kulturkampf. voor eene zeer goedkope prijs te onderhouden De toenmalige pastoor Spiekerman te Zierikzee had in Vlissingen het werk van de verbannen Duitse franciscanessen leren kennen en waarderen, waar ze een weeshuis leidden. Hij beval hen aan bij de bisschop van Haarlem, onder wie Zierikzee ressorteerde: 'Om reden dat zij gemakkelijk te bekomen zijn en voor eene zeer goedkope prijs te onderhouden.' De franciscanessen arriveerden in oktober 1877 begeleid door de overste der congregatie in Nederland, moeder Gregoria Korte. Zij was de drijvende kracht achter vestigingen der franciscanessen in Nederland. Zij centraliseerde de kleine pas opgerichte noviciaten verspreid over Nederland in villa Bethlehem te Breukelen. Moeder Gregoria begeleidde de nieuwe zusters tijdelijk en maakte ze vertrouwd met hun werkomgeving. Zuster Benedicta (Elisabeth Eickhoff) werd de eerste overste of moeder van het liefdehuis. Aanvankelijk stelde de Zierikzeese bevolking zich niet bepaald vriendelijk op tegenover deze zusters. Pas toen men persoonlijk goede ervaringen had met het werk van deze zusters of daar kennis van nam en wist wat 'roomse' zusters waren, veranderde dat. Inwijding Liefdehuis Op dinsdag 27 november 1877 vond de plechtige inwijding van het Liefdehuis plaats, 's Middags en 's avonds (er was een dag- en avondschool) werden de kinderen feestelijk onthaald. Zo konden zij kijken naar voorstellingen met de sciopticon. Aan de 'Algemene Armen der stad' werd een bedeling verstrekt. Het Sint Cornelia Liefdehuis bood aanvankelijk ook plaats aan zeven bejaarde mannen en vier bejaarde vrouwen. De bewaarschool mocht ongeveer tachtig kinderen (kleuters) inschrijven. Daarnaast waren er circa zestig leerlingen voor de breischool en twintig voor de naaischool. Met het onderwijs ging het voortvarend, dat bleek bij het 25-jarig bestaan in 1902. De bewaar-, brei- en naaischool werden dan door 160 kinderen bezocht. Het aantal zusters vermeerderde tot negen. Tevens werd de kapel, die aan het liefdehuis is verbonden, uitgebreid en voorzien van een altaar en 'schoone' beelden. Het Sint Cornelia Liefdehuis kreeg aan het begin van de twintigste eeuw ook meer en meer een ziekenverplegingsfunctie. De eerste 'ziekenverpleegster' kwam in 1906, zuster Macaria. Zij werd opgevolgd door zuster Julia. In 1916 werd het oostelijk gelegen pand Het reliëf dat Ad Braat maakte in 1977, duidelijk na invoering van de minirok, (foto auteur)

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2017 | | pagina 16