'Goed gereformeerd'
De roerige geschiedenis van de
Gereformeerde Kerk in Nieuwerkerk
IKJL& ket i&cialisrries d&
libz/iaJeri U t&e^exlxicuv uw/idt
cf&i&ijte/icL
Nieuwerkerk is voor Schouwen-Duiveland de
bakermat van de Afscheiding in 1836, waarbij
gelovigen zich losmaakten van de Neder
lands Hervormde kerk en onder de naam
Gereformeerde Kerk of Gemeente voor zichzelf
begonnen, betoogt André Flikweert in zijn
jongste, lijvige boekwerk over de geschiedenis
van de Gereformeerde Kerk in zijn geboorte
dorp Nieuwerkerk.
Dat het uiteindelijke ontstaan van een zelf
standige gereformeerde gemeente op het
dorp niet zonder slag of stoot ging, wordt
meer dan duidelijk uit zijn zeer gedetailleerde
beschrijving.
Aanvankelijk trekken Nieuwerkerk en Ooster-
land gezamenlijk op wat in 1970 uiteindelijk
leidt tot de gereformeerde Kerk van Nieuwer-
kerk-Oosterland. In 2004, het startjaar van
de Protestantse Kerken in Nederland (PKN),
ontstaat dan de Protestantse Gemeente
Nieuwerkerk.
Met duisternisse beneveld
De 'Afscheiding' begon in 1834 bij ds Hendrik
de Cock. Hij kreeg al snel - op 4 november van
dat jaar - een reactie uit Nieuwerkerk met de
vermelding:
'dat in Zeeland alles met duisternisse is
beneveld en met een donkere wolke overdekt
en dat diegenen die ik onder Gods uitver-
koorenen telle bijna allen uit de kerken hebben
moeten vluchten, omdat ze de stemmen van
deze huurlingen niet erkennen niet alleen,
maar ze beschouwen als wolven, die de stal der
schapen met geweld indringen
In Oosterland, Sirjansland en Bruinisse
sloten mensen zich daarbij aan en lieten zich
uitschrijven uit de Hervormde Kerk.
Voor het houden van 'godsdienstoefeningen'
was destijds toestemming van de overheid
vereist. Niet iedereen hield zich daaraan en
zo kon het gebeuren dat de uit Biggekerke
afkomstige dominee Budding voor het zonder
vergunning houden van godsdienstige bijeen
komsten maanden in het gevang doorbracht,
maar niettemin van geen wijken wist.
De Nieuwerkerkse veldwachter Braam had
er zijn handen vol aan. In de schuur van
landbouwer Van Farowe, vermoedelijk een van
de schrijvers van hierboven aangehaalde brief,
werden regelmatig religieuze bijeenkomsten
gehouden waarvoor geen toestemming was
verleend. Van Farowe en de zijnen kregen daar
de ene boete na de andere voor waardoor
het bedrag uiteindelijk opliep tot bijna 1600
gulden en Van Farowes 'beestialen, bouw- en
melkgereedschappen, hooi, stroo, mest en
huisraad' moesten worden verkocht.
'Diekse Kaerke'
André Flikweert beschrijft het wel en wee van
de gereformeerden door de decennia heen
onder meer aan de hand van de dominees
die de Nieuwerkerkse gelovigen voorgingen.
Onder ds. Sterkenburg worden vanaf 1847
de diensten met toestemming
gehouden in de zogeheten 'Diekse
Kaerke', een stenen gebouw in
zijn eigen achtertuin, aan de
Oosterlandse kant van wat nu de
Rampertsedijk heet.
Onder ds. Siemense ontstaat via
de Kruisgemeente de Christelijk
Gereformeerde kerk en tenslotte
de Gereformeerde Kerk. De
naamsveranderingen leiden tot
nieuwe uittredingen en verdere
afsplitsingen, kleine groepen met
GEREFORMEERD