'Door 't Vrije onze gevangenschap tegemoet 'Door 't Vrije liepen we onze gevangenschap tegemoet', waren de woorden van mevrouw Clara Zilverberg-Labzowski, een dochter van Henoch Labzowski, die een winkel in kleding en manufacturen had aan de Oude Haven, het tegenwoordige Havenpark. Zij en haar vader overleefden de oorlog doordat ze ondergedoken waren. De rest van het gezin, moeder Laura en haar twee zusjes Betsy en Rosa niet. Het gezin Labzowski maakte deel uit van de groep Joodse inwoners van Schouwen-Duiveland, die op 24 maart 1942 gedwongen moesten verhuizen naar Amsterdam. Koffertjes en wat tassen was toen hun hele bezit, meer mochten ze niet meenemen. Ze liepen door 't Vrije naar het station. De tram vertrok om 7.45 uur en bracht hen naar Zijpe, waar de veerpont hen naar de overkant voer. Weg van het eiland waar zij hun bestaan hadden opgebouwd. Lege woningen Wat hen te wachten stond wisten ze niet. Voor hun achtergelaten bezittingen was een Ver waiter aangesteld, een beheerder van hun eigendommen. Maar al de volgende dag al stond er een kar voor de zaak van Labzowski om daar spullen in te laden. Op 29 april rapporteerde de politie dat 'het schip Didi afgeladen met goederen met 12 loodjes was verzegeld': goederen afkomstig uit de woningen van de geëvacueerde Joden. Hun woningen kwamen leeg te staan en werden 'verkocht' aan Zierikzeeënaren. Bertha en haar ouders Izaak Abraham Wilkens en Estella Lina Israels (foto collectie B. Israels)

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2017 | | pagina 14