'Wie bin dat noe?'
De blusgroep Dreischor mag voorlopig nog blijven bestaan. Met deze nieuwe
'raadfoto' blikken we terug naar 1955, toen de nieuwe brandweergarage op
het dorp officieel werd geopend door de burgemeester van Aalsmeer, de
gemeente die Dreischor na de ramp heeft geadopteerd en het dorp onder meer
een brandweergarage cadeau deed. Het betreft foto A 9300 uit de beeldbank
van het Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, met als bijschrift: 'Personen
onbekend'.
Op de vorige foto in de rubriek 'Wie bin dat
noe?' zagen we een rijtje opgewekte dames
op een foto die gemaakt is omstreeks 1935.
We kregen één reactie, en wel van Hans
van Duivendijk, in Stad-en-Lande-kringen
bekend om zijn boek (en artikel in de Kroniek
van 2016) over de geschiedenis van de
scheepsbouwdynastie-Van Duivendijk. Hij
schrijft:
'N.a.v. de foto op blz. 14 van nummer 147,
oktober 2016, moet ik helaas vaststellen dat
ik geboren ben in 1934 en dus waren de jonge
dames op de foto al oud toen ik ze (misschien)
heb leren kennen. Maar de derde dame van
links kan m.i. niemand anders zijn dan mej.
dr. A.C.G (Kee) Oudemans, lerares Frans aan
de toenmalige HBS in Zierikzee. Zij was nog
lerares in 1952 toen ik mijn einddiploma
behaalde. Vergelijkt U de foto eens met de foto
op blz. 104 van de Kroniek 2013.'
Omdat laatstgenoemde foto van 1956 is,
hebben we er een foto bij gezocht die wat
dichter bij 1935 ligt, namelijk deze uit 1930,
waarop we dr. A.C.G. 'Kee' Oudemans zien
afgebeeld, zittend, tweede van rechts. Eerlijk
gezegd, beste Hans van Duivendijk, zien we
de gelijkenis niet zo. Als 'Kee' in 1930 al
brildragend was, zou ze dat in 1935 zeker nog
zijn geweest. Contactlenzen waren er immers
nog niet. We zoeken verder. (PN)
Mail uw vondsten naar
redactie@stad-en-lande.nl
Opening van de brandweerkazerne in Dreischor
in 1955 door de burgemeester van Aalsmeer,
Gerrit Loggers. De andere personen zijn (nog) niet
bekend, (foto GASD A 9300)
De vorige 'raadfoto'. (GASD O 0166)
'Kee' Oudemans, zittend tweede van rechts, in
1930. Foto uit 100 jaar blokken, uitgegeven ter
gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de
RSG Pieter Zeeman en haar voorlopers