Uut de pepieren
Ineke van den Broek
Oktober is uitgeroepen tot de Maand van de
Geschiedenis. Dit jaar is het thema "grenzen".
Dat was de aanleiding om op zoek te gaan naar
een archiefstuk dat aansluit bij dit thema. Nu is
"grenzen" een breed begrip, dat zowel letterlijk
als figuurlijk opgevat kan worden. In het huidig
tijdsgewricht zijn grenzen tussen landen weer
van meer belang, nu zovelen landsgrenzen in
Europa overschrijden op zoek naar een beter
leven, terwijl anderen zich binnen en buiten het
Schengengebied het hoofd breken over de
vraag waar de buitengrenzen van Europa liggen,
en hoe die te handhaven. Territoriale vraagstuk
ken zijn van alle tijden, in dat verband is het wel
licht interessant om de aandacht te vestigen op
een heel klein stukje grond in Zweden waarop
Zierikzee in 1368 "eeuwige" rechten kreeg.
Het privilege uit 1368 waarmee de koning van
Zweden die rechten aan zierikzee verleende,
bevond zich meer dan zeshonderd jaar in het
stadhuis van zierikzee en wordt tegenwoordig
in het gemeentearchief van Schouwen-Duiveland
bewaard.1 De tekst is geschreven op perkament,
bewerkte dierenhuid, in een wonderlijke men
geling van talen. De negen zegels zijn jammer
genoeg verloren gegaan, maar de woorden zijn
nog steeds te lezen.
Aan de verlening van deze rechten ging een
geschiedenis vooraf. Op het nu Zweedse schier
eiland Skanör (in het Nederlands: Schonen), pre
cies op de grens tussen Oostzee en Sont, was in
de dertiende eeuw een jaarmarkt ontstaan die
duurde van mei tot november. De Duitse koop
lieden en de steden waaruit zij afkomstig waren
werkten bij gelegenheid samen om hun belan
gen te verdedigen tegen piraten die uit waren
op de rijke buit die de volgeladen handels
schepen vervoerden. Hieruit groeide de Hanze.
Lübeck was de eerste Duitse stad die van de
koning van Denemarken het recht kreeg om op
het eerder genoemde schiereiland Schonen een
strook grond te bezitten, waar aanvankelijk de
haringvangst verwerkt en verhandeld kon wor
den, maar later ook andere goederen. Die grond
werd een vitte of victus genoemd, in de loop
van de dertiende eeuw volgden meer steden die
dat recht kregen. De vittes groeiden uit tot klei
ne nederzettingen, waar het recht van de moe
derstad gold. Kampen had omstreeks 1307 als
eerste Nederlandse stad een eigen vitte, later
vonden ook de Hollanders en Zeeuwen de weg
naar Schonen, in 1359 benoemde de graaf van
Holland een voogd die op Schonen moest toe
zien op onder meer de poorters van Zierikzee.2
in 1368 ontving Zierikzee een bevestiging van
het recht op een eigen vitte op Schonen.
Waaraan had de stad deze gunst te danken? Dit
had te maken met de omstandigheid dat er in
die tijd strijd werd gevoerd tussen de koningen
van Denemarken en Zweden over de heer
schappij over het grondgebied in het grensge
bied tussen Denemarken en Zweden, waar
Schonen lag. De Zweden voerden tegelijkertijd
ook onderling strijd. Op de achtergrond maakte
de koning van Noorwegen van deze gelegen
heid gebruik om zijn invloedsfeer uit te breiden.
De Hanzesteden kozen partij voor de nieuwe
koning van Zweden, Albert van Mecklenburg.
Daarmee keerden zij zich tegen de koning van
Denemarken. De Hanzesteden sloten in novem
ber 1367 in Keulen een oorlogsverbond tegen
de koning van Denemarken, waaraan niet alleen
de oude Duitse handelssteden deelnamen,
maar ook de relatieve nieuwkomers uit Holland
en Zeeland: "allen die in de Duitse Hanze zijn"
werd om hulp gevraagd.
De oorlog verliep gunstig voor de steden en koop
lieden van de Confederatie van Keulen. Koning
Hakon van Noorwegen werd na plundering van de
Noorse kusten door de Hanzevloot gedwongen af
te zien van zijn aanspraken op de Zweedse kroon.
Ook waldemar van Denemarken leed een gevoe
lige nederlaag. In 1368 veroverde Albert met hulp
van de verbonden steden een groot deel van de
Deense kusten, waaronder ook Schonen.
Als beloning ontvingen de deelnemers aan de
Confederatie op 25 juli 1368 het eerder genoem
de privilege van koning Albert. Ook zierikzee
kreeg een exemplaar.
24