monde (1906) en Rotterdam (1924) voorbij. In de vier woonplaatsen op Schouwen-Duiveland wer den hun vijf zonen geboren: Herman Adriaan (1894-1899), Adriaan Johan (1896-1983), Herman Adriaan (1900-1979), Willem Herman (1905- 1990) en Johan Piet (1905-1985). Met name op Oosterland liet dit gezin een spoor na, want in 1902 liet Pieter Johannes aan de Molenweg de villa 'Casa Cora' bouwen, het huis dat later tot dokterswoning zou promoveren. In 1980 is dit huis door de toenmalige bewoner, dokter Speelman, afgebroken en vervangen door een bungalow met praktijkruimte. Een van de twee jongste zonen, Johan Piet, heeft begin jaren 80 van de vorige eeuw de geschie denis van het gezin Der Weduwen-Der weduwen op papier gezet. Daaraan zijn de gegevens van het voorgaande deels ontleend. Twee van de vele gebeurtenissen uit de gezinshistorie wor den hierna aan de openbaarheid prijsgegeven. Over bijvoorbeeld de komst van de jongste twee zonen wordt het volgende vermeld. 'De geboorte van de tweeling bracht opschud ding en verwarring. Opschudding, omdat nie mand dit had voorzien en iedereen er volledig van overtuigd was dat na drie jongens nu ein delijk het meisje, waarop al zo lang was ge wacht, zich zou aandienen. Verwarring, omdat de luiermand was opgesierd met linten en strikken in de voor meisjes voorgeschreven kleur, maar ook omdat de inhoud van de mand niet op een dubbele bezetting was berekend. Ik (Johan Piet) had blijkbaar in de aan de geboorte voorafgaande periode van ons bei der bestaan het beste deel gehad, want mijn gewicht was normaal, 6 pond en een paar ons. Wim woog niet meer dan Th pond en er werd getwijfeld of hij het wel halen zou. in die tijd huurde men, als er een kind werd geboren, voor een aantal dagen een baker. Dat is een vrouw die tot taak had pasgeboren kin deren en de kraamvrouw te verzorgen. De Oosterlandse baker, die Jaone heette, had in de loop der jaren een uitgebreide klantenkring weten op te bouwen en had dus een reputatie te verliezen. In plaats van met warme lappen Wims temperatuur op peil te houden, stelde Jaone voor om Wim 's nachts tussen haar goed gevulde borsten te laten slapen, omdat natuurlijke warmte het moest winnen van kunstmatige warmte. En Jaone heeft het gewonnen. Het verhaal gaat dat het verstek laten gaan van de verwachte dochter en de entree van de niet verwachte jongens aanleiding was voor een poging de teleurstelling te overwinnen. Een kleine misstap bij het hek, dat het erf van de weg scheidde, was voldoende om vader in de sloot naast het hek te doen belanden. Jan C. van der Have, burgemeester van Oosterland, die ons zal hebben ingeschreven in het geboorteregister, was ook van de partij. Zijn poging om vader uit de sloot te helpen moest hij bekopen met zelf ook in de sloot terecht te komen.' Een relaas, dat typerend is voor de standensa menlevingen van voor de Tweede Wereldoorlog, is het volgende. 'Toen we uit Oosterland naar iJsselmonde ver huisden ging de 'meid voor dag en nacht', Lau Stoel, met ons mee. Zij was afkomstig uit Duivendijke en woonde al enkele jaren bij ons. Vrije dagen bestonden er nog niet, ook de zon dag was niet vrij. Eens per jaar mocht ze op kosten van vader naar Duivendijke. Er was op zolder, naast de badkamer, een kamertje waarin niet meer dan een bed, een klerenkastje en een stoel konden staan. Haar 'zitkamer' was de keuken, waar zij met voor afgaande toestemming van moeder mensen mocht ontvangen, maar uiteraard geen man volk. Eens in de paar jaar kwam de vader van Lau zijn dochter opzoeken. Hij bleef dan een of twee nachten over. Heel veel consideratie hadden we niet voor een dergelijke gast. Onder het motief van: wat weet je eigenlijk van zo'n man af, bleef de logeerkamer voor hem gesloten. De enige plaats waar hij kon slapen was bij zijn dochter in bed. Ik weet niet wat Lau verdiende, maar meer dan 5 gulden per week zal het zeker niet zijn geweest. Daar bovenop kwam het 'verval'. Dat was de fooi die gasten bij hun vertrek achter lieten en niet te vergeten de twee schorten als jaarlijkse sinterklaasverrassingen. Ook op haar verjaardag zal ze een praktisch en passend cadeau hebben gekregen. Op een merkwaardige manier is Lau van ons

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2016 | | pagina 24