Een erfenis met vraagtekens Piet Dekker De voorgeschiedenis Op 18 mei 1804 sterft Cornelia Maria de Witte van Eikerzee, een vrouw van aanzien. Zij was eerst getrouwd met Anthonij Iman Massis, bur gemeester van Zierikzee en na zijn dood her trouwde zij met Bonifacius Mogge Pous, ook een burgemeester van Zierikzee. voor notaris Willem Houwer te Zierikzee liet zij een testa ment passeren op 23 maart 1784.1 Dit testa ment is voor iedereen duidelijk. Het vraagteken zit aan het eind: daar heeft mevrouw De Witte namelijk twee "codicilaire disposities" toege voegd. De eerste, gedateerd 19 december 1802, is opgeschreven door haar neef Jacob Verheije van Citters omdat het voor haar te moeilijk was de tekst zelf te schrijven, en door haar onder tekend. Hieronder vinden de erfgenamen nog een aantal regels tekst, eigenhandig door Cornelia Maria de witte geschreven, maar niet apart ondertekend en gedateerd. Het testament met codicil is door de executeurs-testamentair in de boedel van mevrouw De Witte gevonden.2 De codicillaire dispositie heeft speciaal betrek king op de successie ten aanzien van de heer lijkheden Eikerzee en Bruinisse en is bedoeld "ter conservatie van de goede harmonie onder gemelde mijne ervgenamen". wie zijn de erfgenamen? Mevrouw De Witte sterft kinderloos. Volgens het testament van 1784 zou haar nicht Anna Jacoba de Witte, dochter van haar broer Laurens de Witte, haar erfgename zijn. Anna Jacoba was gehuwd met Jacob Verheije van citters. Anna jacoba overlijdt in 1796 en daarom worden haar zoon en drie dochters de erfgenamen van hun oud-tante. De eerste in de rij van erfopvolgers is de 23-jarige, nog minderjarige Laurens. Hij is vernoemd naar zijn grootvader. Daarna volgt zijn jongste zusje, Cornelia Maria, vernoemd naar de erflaatster. De volgende in de rij is de oudste, Anna Digna, gehuwd met Nicolaas J. G. van Boetzelaar. Tenslotte is er nog Magdalena Ferdinanda Maria, gehuwd met Leonard C. van Sonsbeek. Twee erfgenamen wonen in Middel burg, de andere twee in Den Haag. Portret van jonkheer Laurens de Witte van Citters (1781-1862), anoniem ca. 1805, gekleurd krijt. De Witte van Citters was de laatste eigenaar van het Hof te Bruinisse. (Foto collectie Rijksmuseum) wat staat er in het codicil? Mevrouw De Witte was Ambachtsvrouwe van Eikerzee en ook Vrouwe van Bruinisse. Het codi cil bepaalt aan wie in welke volgorde de beide heerlijkheden, de Buitenplaats Bruinisse met de grond er om heen en de "allodiale goederen in de Polder Bruinisse" moeten worden toebe deeld. Deze laatste, de allodiale goederen, zijn vrij in eigendom en vallen niet onder het leen recht, in tegenstelling tot de beide heerlijkheden. De eerste die het legaat aanvaardt, moet de helft van de waarde uitkeren aan de drie andere kin deren. Ook moet het kind dat het legaat aan vaardt een notariële akte laten passeren waarin de door Cornelia Maria de Witte aangegeven volgorde van erfopvolging bij kinderloos sterven wordt vastgelegd, met dezelfde plicht voor elke volgende erfgenaam. Wie van deze vier kinderen de erfenis van de heerlijkheden niet aanvaardt, heeft ook geen recht op het geldbedrag van ƒ6000 dat op hem of haar vaststaat, ledereen heeft kennis genomen van de tekst van het testament en de dispositie. De vraag rijst: wat moeten de erven met deze dispositie, die volgens hen aan "veele inconvenienten en 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2016 | | pagina 5