1' Leuvense studenten uit Schouwen-Duiveland, deel I (1426-1453) Michiel Verweij De oudste universiteit van de Lage Landen is die van Leuven, gesticht op 9 december 1425 per pauselijke bul, gegeven door paus Martinus v (1417-1431). Leiden volgde pas anderhalve eeuw later. De Brabantse universiteit verleende nieuw prestige aan de stad Leuven die ernstig had geleden door de achteruitgang van de lakennijverheid en de sociale en politieke onrust die daar het gevolg van waren. Brabant had sinds 1406 een hertog uit de zijlinie van de Bourgondische dynastie en zou in 1430 aan Filips de Goede komen. De Leuvense universi teit profiteerde hiervan doordat zij de leveran cier bij uitstek werd van het sociale, kerkelijke en politieke kader van wat men vaak 'de Bourgondische staat' noemt. Ze werd daarmee in ieder geval ook een van de elementen die het geheel van de Nederlanden vorm zouden geven, vóór de scheiding van het einde van de zestien de eeuw. Vanaf het begin waren de Zeeuwen opvallend sterk vertegenwoordigd. In de vijftien de en zestiende eeuw stond Zeeland overigens nog heel sterk onder Brabantse en Vlaamse cul turele invloed, ook al was het politiek met Holland verbonden. Ook uit Schouwen-Duiveland stroomden heel wat studenten naar Leuven. Het is de bedoeling om in dit artikel (en het vervolg) een lijst te bie den van deze studenten, chronologisch geor dend en gegroepeerd per plaats van herkomst. Deze lijst is gebaseerd op de volledig gepubli ceerde, maar niet altijd gemakkelijk te vinden inschrijvingsregisters, de Matricule de l'Université de Louvain, in 10 delen (vanaf nu: mul), in deze registers wordt enkel de eerste inschrijving van de studenten genoteerd, wie eenmaal de eed had afgelegd en het collegegeld had betaald, was suppositus van de universiteit (letterlijk 'onderdaan'). Dit statuut was zeer begeerd, omdat de universiteit in feite een eigen Brabantse rechtspersoon was en een soort staat in de staat vormde, waarvan de leden onderwor pen waren aan de rechtsmacht van de rector en niet aan de (strengere) van de stad Leuven. De universiteit had ook haar eigen gevangenis, waar men overigens gemakkelijk uit kon ontsnappen. De suppositi waren ook vrijgesteld van de stedelijke accijnzen op bier en wijn, wat eveneens een aantrekkelijk voordeel was in een tijd waarin drinkwater eigenlijk niet bestond. - 1. Paus Martinus V (1417-1431), de paus die in 1425 de Leuvense universiteit stichtte; negentiende-eeuws beeld op de gevel van het stadhuis (foto col. auteur) 2. Het stadhuis van Leuven, 1448-1467 (foto col. auteur) 3. De Sint Pieterskerk in Leuven uit de vijftiende eeuw (foto col. auteur) 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2014 | | pagina 29