Vijfenzeventig jaar Stad en Lande de bevolking veel bijval. Maar de meeste raads leden hadden hun eigen agenda. De prestatie van de commissie Jaarboek is iets om trots op te zijn. De doelstelling om de geschiede nis van Schouwen-Duiveland uit te dragen wordt met de Kroniek voor honderd procent gehaald. Bijna elke vereniging kampt met een teruglo pend aantal leden, in het internettijdperk wordt ook van Stad en Lande een andere werkwijze gevraagd om haar doelstellingen te bereiken. Het bestuur zou nu kunnen nadenken over een samenwerking met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, het Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, het Zeeuws Archief en de musea op Schouwen-Duiveland. voor mij is het de vraag of de verenigingsstructuur nog wel de passende is. Stof genoeg om te brainstormen. Ik wens de vereniging een bloeiende toekomst! Joop van Loo Vijfenzeventig jaar staat Stad en Lande op de bres voor het behoud van het historisch en cultureel erfgoed op Schouwen-Duiveland. Waarom en hoe ben ik lid geworden? In de periode na de watersnoodramp van 1953, waar in ik mij dagelijks bezighield met de automa tisering van het telefoonnet op Schouwen- Duiveland, gebeurde er in Zierikzee een aantal zaken, waarvan ik niet begreep dat een gemeen tebestuur daar toestemming voor kon verlenen. Enkele voorbeelden De bouw van de graansilo aan de Julianastraat in 1955. De sloop van de historische gevelrij aan de Fonteine ten behoeve van de uitbreiding van de fabriek van Zeelandia in 1960. Ik zie nog de ijscozaak van bakker Dekker en de huiskamer De Fonteine in 1953. Rechts (het pand met het wapen boven de deur) het begin van de Koninklijke Zeelandia. Later zou hier de fabriek voor bakkerijgrondstoffen worden gebouwd. (foto GASD 0164) van Piet Verkaart, de secretaris van de aqua riumvereniging Helodea, vol met prachtig ver lichte aquaria met tropische vissen. Het verlenen van de vergunning tot de sloop van het prachtige, in renaissancestijl opgetrokken gebouw aan het Havenpark nr. 4 en de toestem ming om op dezelfde plaats een modern bank gebouw te bouwen (voormalige Rabobank). Al deze zaken en een latent aanwezige drang om mij te verdiepen in de geschiedenis van met name Zierikzee waren de aanleiding om mij begin jaren zeventig aan te melden als lid. De eerste jaren volgde ik de zeer leerzame cursussen Streekgeschiedenis bij de heren Martens en Beekman en een tweetal cursussen Oud schrift bij de heer uil. In 1986 stopte wijlen mijn neef dr. Adriaan de vin met zijn werkzaamheden binnen de com missie jaarboek. Hij vond dat ik hem op moest volgen. Met grote schroom voldeed ik aan zijn verzoek. Gedurende ruim vijfentwintig jaar mocht ik deel uit maken van de commissie Jaarboek. Tijdens deze periode heb ik ongelofe lijk veel geleerd over de geschiedenis van ons eiland. De heren Beekman en Uil waren goede leermeesters. Ook de contacten met de vele auteurs van het jaarboek waren over het alge meen zeer vruchtbaar. Het lezen en herlezen van de honderden artikelen was eveneens een zeer leerzame Bezigheid. In 1993, bij het vertrek van Ton Brandenbarg uit de commissie Jaarboek, volgde ik hem op in het bestuur van de vereniging. Bij het plotseling overlijden in 1995 van de 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2014 | | pagina 13