Stad en Lande: kennis en behoud
Drie ereleden blikken terug
De redactie heeft de vijf ereleden gevraagd voor dit jubileumnummer een kleine terug- en
vooruitblik te schrijven. Bij het ter perse gaan van dit Mededelingenblad hadden drie van hen
aan het verzoek voldaan. De bijdragen van de andere twee houdt u te goed
Frans Beekman
Frans Beekman in zijn geliefde Schouwse duinland
schap (foto collectie auteur)
In het Mededelingenblad nummer 14, april
1972, staan bij de nieuwe leden onder elkaar de
heer en mevrouw Rosmolen-Murre, F. Beekman
en H. uil naast twaalf anderen, ik bevond mij in
goed gezelschap! Van 1981 tot 2003 zat ik in de
redactie van het jaarboek en op 26 november
2004 werd ik tot erelid bevorderd.
Dit alles was kennelijk aanleiding mij te vragen
te reflecteren op 75 jaar stad en Lande. Tijd voor
onderzoek is er niet en bovendien overzie ik
slechts de laatste 40 jaar. De gestelde vraag van
de redactie is dus eerlijk gezegd nogal onmoge
lijk. Hoe red ik mij hieruit?
In twee stukjes zal ik wat schrijven over het werk
van stad en Lande en over de toekomst, ik ga uit
van de doelstelling, zoals verwoord in artikel 2 van
de statuten: 'de bevordering en het behoud van
stadsschoon en landelijk schoon in de meest uit
gebreide zin op het eiland Schouwen-Duiveland.'
verleden
Pleidooien voor behoud moeten altijd zijn geba
seerd op kennis. Daarvoor is er het eerder
genoemde Mededelingenblad, dat tot eind 1974
eenvoudig op A4-formaat werd gestencild en
daarna als een klein gedrukt tijdschrift uitkwam.
Voor de wat grotere artikelen is er sinds 1976
ruimte in het jaarboek met de bijzondere naam
Kroniek van het land van de zeemeermin.
De groei van de vereniging na 1970 paste in
een landelijke trend, maar trad ook op door
deze uitgaven.
Voor 1970 was sprake van een beetje deftig
bestuur en voorzichtig-beschaafde standpunten.
Aanvankelijk was de heemschutgedachte sterk:
historische elementen in het landschap, het
stedenschoon in Zierikzee en oorkonden voor
geslaagde restauraties. Later kwam er aandacht
voor ruimtelijke ordening.
De vereniging is vaak in een laat stadium op de
hoogte van in haar ogen kwalijke ontwikke
lingen en het resultaat van de protesten valt
meestal tegen. De vereniging is feitelijk het
'stedenbouwkundig geweten' van Schouwen-
Duiveland in een tijd dat bestuurders komen en
gaan en door bureaus ver weg rapporten laten
maken. Inspraak lijkt mooi, maar komt vaak in
een te laat stadium. De bevolking krijgt geen
greep op de ontwikkelingen.
Heden en toekomst
Wie een tijdje niet op Schouwen-Duiveland was,
schrikt van het kaalgeslagen Havenplein in
Zierikzee, van de dijken waar de perkoenpaal-
tjes zijn verdwenen en van de rigoureuze kap in
het buitengebied.
Je verbaast je over de plannen voor een zorg-
hotel met vele verdiepingen in het Schelphoek-
gebied en denkt: de zuidkant van Schouwen zou
toch groen blijven voor landbouw en natuur?
Zet het woordje eco- of zorg- voor een voor
ziening, en dan kan het opeens wel? Het zijn
3