werd gestuurd. Deze reageerde positief en al op 28 oktober werd de bevestigingsdienst ge houden. Toch zou Van Voorst zich pas op 18 maart 1782 officieel laten inschrijven te Zierikzee. Twee dagen later volgde zijn vrouw, Henrica Amelia Noordink (Deventer 1759 - Leiden 1840). Begin november 1784 kregen ze een dochter, Margaretha Wilhelmina. Van Voorst en zijn collega's preekten beurte lings in de voorganger van de huidige Nieuwe Kerk en in de Gasthuiskerk. Vooral de grote Sint- Lievensmonsterkerk zal hem hebben aange sproken met zijn enorme ruimte en prachtige orgel van de hand van de beroemde J.H. H. Batz, dat toen nog maar twee jaar oud was. De zeer beknopte kerkenraadsnotulen uit die tijd geven weinig weer over het functioneren van Van Voorst, laat staan dat we hieruit kunnen opma ken hoe hij het vond in Zierikzee. Wel blijkt dat hij voldoende tijd had om mee te doen aan de prijsvraag die het Haarlemse Teylers Godgeleerd Genootschap jaarlijks uitschreef. De titel van zijn inzending luidde: Verhandeling ten betoge van de dwaasheid der twijfelzucht en onbezonnen heid van het meesterachtige beslissen omtrent godsdienstige voorstellen, nevens aanwijzing van den veiligen middelweg tusschen deze beide uitersten. Van Voorst won, en als blijk van waardering ontving hij de hier afgebeelde zilve ren erepenning die nu deel uitmaakt van de col lectie van het Stadsmuseum in Zierikzee. Op de voorkant lezen we: 'Waare godsdienst kennis bloeyt in vryheid' en het oprichtingsjaar van het Teylers Genootschap, 1778. Rechts wijst een vrouw op een opengeslagen boek: de bijbel. Links staat een persoon met een staf in de hand, waaraan een Frygische muts is bevestigd, een indertijd bekend vrijheidssymbool. Op de grond ligt een gebroken juk. Het geheel wordt beschenen door 'de zonne der gerechtigheid'. Het was ontworpen door de Nederlands medail- leur Johan Georg Holtzhey (1729-1808) De pen ning wordt bewaard in een palmhouten casset te en werd door een verre nazaat geschonken aan het museum. Hoewel dit feit in geen enkele Zeeuwse krant terug is te vinden, trok de verhandeling landelijk de aandacht, want de Haarlemse Courant publi ceerde elk jaar over dit onderwerp. (De bankier en filantroop Pieter Teyler van der Hulst was afkomstig uit Haarlem.) Ook in Friesland hoorde men van de talenten van Van Voorst, in 1788 werd hij gevraagd een leerstoel te gaan bekleden aan de Academie van Friesland in Franeker. Deze was in 1585 opgericht, gehuisvest in het voormalige Kruis herenklooster en 30 jaar lang naast die van Leiden de enige universiteit in de noordelijke Nederlanden. Er waren vijf faculteiten: godge leerdheid, geneeskunde, letteren, wijsbegeerte en rechten. Johannes van Voorst liet zich de kans om hoogleraar in de godgeleerdheid te De erepenning van het Teylers Godgeleerd Genootschap (met dank aan het Stadhuismuseum in Zierikzee) 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2014 | | pagina 13