if i II
Narmstraat in Leiden omstreeks 1900. Rechts op
nummer 1 woonde Zeger Doeleman op kamers
(collecties Regionaal Archief Leiden)
nog vijf dollar had, maar wat geeft dat. ik had nu
eenmaal besloten het hier te beproeven en dan
wil ik dat nu blijven trachten te doen. En nu wil ik
maar beginnen met langzamerhand zoo het een
en ander te vertellen. Zoo ge weet, vertrok de
boot woensdag.
's Morgens moest men daar eerst gekeurd
worden, want gebrekkigen of zieken of zij die
verwacht worden geen middel van bestaan te
zullen kunnen vinden worden niet toegelaten,
's Middags half vier werd het schip door 2 sleep
bootjes in beweging gebracht en terwijl de muziek
het 'wien Neerlandsch bloed' aanhief kwam het
groote gevaarte in beweging. De lengte is niet
minder dan 120 m. Terwijl we naar de Hoek van
Holland stoomden was het voortdurend regen
achtig weer. Op de Noordzee was het 's avonds
mooi weer. Het schip schommelde haast niets.
Het kustlicht van Haamstede zal wel het
laatste geweest zijn wat ik van Holland zag.
Donderdagmorgen vroeg om 4% uur waren we te
Boulogne, waar een boot andere passagiers
bracht. Weldra verlieten we Frankrijk's kust, die
we nog even konden zien, toen de witte krijtrot
sen van Engeland reeds in de zon schitterden.
Deze kust bieef den ganschen dag in 't gezicht en
dicht voeren we langs het eiland Wight, dat zeer
mooi te zien was. Den volgenden dag waren we
uit het kanaal in den oceaan. Het was stormachtig
weer en bijna alle passagiers ziek. ik heb totaal
niets van zeeziekte geweten, maar ben ook altijd
zooveel mogelijk boven gebleven. De volgende
zaterdag, uw jaardag13, waarmee ik u nog wel feli
citeer, en de daarop volgende zondag was het
wederom goed weer. Vooral des avonds is dan op
het dek veel leven en bedrijvigheid. De muziek
speelt en de passagiers dansen, zingen en wande
len op en neer. De volgende twee dagen was het
wederom slecht en woensdag mistig weer, zoo
dat ieder oogenblik de stoomfluit zich moest laten
hooren. 's Avonds was het prachtige maneschijn.
Zondag was nog een vrouw bevallen. De volgende
zondag was je evenwel al op de been om aan wal
te gaan. Vrijdag was weer stormachtig. Het schip
hangt dan erg overzij en het ieder oogenblik over
boord slaande water maken het dek glad en
gevaarlijk om te loopen. Een der muzikanten is
toen gevallen en brak zijn sleutelbeen. Later was
het dien dag op de New Foundlandsche banken
immer mistig en zoo ook zaterdag grooten deels.
Zondagsmorgens vroeg was de kust al in
't gezicht en een paar uur later, 9 uur waren we
aan. Het was bij u toen natuurlijk] al een uur of
4V2 later. De afstand van de Hoek van Holland is
3300, van het Kanaal 2959 mijlen, ziehier een lijst
van het aantal mijlen iederen dag afgelegd.
Dit wordt iederen middag om 12 uur bekend
gemaakt.
[er volgt een opsomming van aantal gevaren mij
len per dag]
Een [zee]mijl is hier 1852 meter, lederen morgen
om 8 uur nu werd de klok een half uur ongeveer
stilgehouden, zoodat het altijd tweemaal half
negen sloeg.
Allerlei nationaliteiten waren natuurlijk] op het
schip vertegenwoordigd. Polen, Duitschers,
Italianen, Franschen, Spanjaarden, Hollanders,
Amerikanen. En allerlei talen hoorde men spreken.
Ik ben meest altijd met een Fries samen geweest.
Over de aankomst en New York een andermaal
wat. l/l/ees dus nu maar niet al te bedroefd om mij
nentwege. ik maak het goed, woon in een gezon
de streek, goed eten en drinken, dus volstrekt
geen gebrek aan iets. ik had nog wel een kleine
Engelsche dictionaire, maar daar kan ik niet te veel
mee doen. Weest dus allen wel hartelijk van me
gegroet en overtuigd, dat schoon verre, ik toch dik
wijls in gedachten bij u ben,
Na vele groeten, uw zoon z. Doeleman
De volgende brief schreef Zeger vanuit Cross
River op 27 juni 1897.
7