-x
B
jï-*»*»t far 5 J
fnU/ M A
ij B4" a,
CW, A^rfJ^r) .„B
Vil
'»u*>eA
'>y ^frïctf y
c.
Mijn zoektocht kreeg een bijzondere wending toen
in 1976 een pakketje paperassen werd gevonden
in een 'geheim' laatje van een oud bureau van de
reeds overleden Johan Doeleman, Zegers broer.
Dat bureau stond al jaren in een hoek van de
schuur en had de Ramp overleefd. Er zat een brief
tussen van de heer H. Greve uit Rotterdam. Deze
schrijft op 13 januari 1917 dat hij op 10 mei 1916
getrouwd is met Petronella Johanna Jacoba
Heijboer en dat zij een dochter is van Lena Maatje
FAMILIE ARCHIEF
DOELEV.AN
'7(
3 'iw 14 2 1Z *10* it -rrfufi j*,
r J Av -I
O^yt A X*~-c
Z'.-- Xdirp.. Lp CU
d -6 Ai' foi'Cc J1'-''- 6
aryptj
<!m fyu.J-*P*r p*y- JxXwv»^
AamMm fi'. -(pj- sr'^-r^Uyi
H{ cK*AiA*\ I 7.) 0' 'A A.-pr
<r*r t;
-^*1 -B rii/:- 1
Brief van Theodore aan Hugo Doeleman, 1976
(collectie Stichting Familiearchief Doeleman)
van der Bijl. Deze heer Greve deed aan spiritisme
en liet de familie weten dat tijdens een seance
met drie mediums zich een geest bekendmaakte
om aan de familie Doeleman iets te berichten.
De geest stelde zich voor als Johannes Doeleman,
de vader van Zeger, die in 1912 was overleden.
Een passage uit de brief luidt:
Ook wil ik één ding zeggen dat Zeger nog leeft en
in Amerika is waar hij goed zijn brood verdient en
geeft dit schrift aan tante want die denkt natuur
lijk dat zeger dood is, maar hij leeft dat wil ik her
roepen en ook hij is kort geleden voor mijn ver
dwijnen van de aarde voorbij mijn huis geweest.
Waarom kwam hij niet thuis, omdat hij geld noo-
dig had. Ook had hij gekomen, dan had ik hem
met open armen ontvangen. Maar hij leeft,
ik vroeg verder wat of zijn zoon deed en waar hij
woonde; en schreef het volgende.
'Hij is bouwer en woont in Californië en heeft een
vaische naam.'
De zus van Zeger, Lee Verton-Doeleman had een
dochter, Maria Cathelina (1901-1983), die op kos
ten van een kinderloos echtpaar tandheelkunde
studeerde in Utrecht, zij trouwde met de uit
Friesland afkomstige huisarts dr. Obbe visser,
zij wilden tussen Zeeland en Friesland wonen en
kwamen terecht op het landhuis Fleidestein in
Heelsum.8 ik was verrast toen op 10 mei 2003
door de familie Visser een koffertje bij mij werd
bezorgd met heel wat brieven, foto's en andere
documenten betreffende de familie en het molen
huis. Jarenlang had dat bij hen op zolder gestaan.
Er zaten een aantal interessante brieven bij die
Zeger aan zijn ouders had geschreven. Deze brie
ven zijn gedateerd van 1895 tot en met 1908.
Een enkele passage laat ik hier volgen.
Leiden, 5 mei 1896
Zeger schrijft over zijn ziekenbezoek in Rotter
dam, waar zijn vader is geopereerd.
De kamer heeft een mooi uitzicht op pas groene
kastanjeboomen. Zooals hij in bed ligt kijkt hij daar
juist tegen aan. Staat men nu echter voor het
raam, dan kijkt men rechts meer tegen de stad en
daar beneden staat het lijkenhuisje, waar hij er
gisteren morgen voor de operatie nog een paar
heen zag dragen wat nu geen aanmoedigend
gezicht was om nog geopereerd te worden
Het beste zal maar zijn om hem van huis maar
dikwijls te schrijven, want hij is natuurlijk] ook
nieuwsgierig hoe het gaat en zeg dan dat het
goed gaat met het werk, dat hij daarover niet
bezorgd is en schrijf opgewekt, want dat is voor
zoo iemand natjuurlijk] ook het beste, en het is
mijn overtuiging dat zijn toestand, de omstandig
heden in aanmerking genomen, zoo goed moge
lijk is, en dat er niet het minste gevaar bestaat.
Zeger had blijkbaar wel een inlevend vermogen!
5