als geheel 'onverwant' lijkt te kunnen worden
bestempeld.10
Duiven mochten aan het eind van de achttiende
eeuw kennelijk ook op de boerderijen in het gebied
worden gehouden. Zoals in 1795 op de latere hof
stede Landlust aan de Donkereweg (niet de bui
tenplaats L. bij de Zonnemairse grens), waar in de
gang van de woning een 'duivekot' met twee tor
telduiven hing."
Huis De Pottere omstreeks 1750, met duidelijke dui-
vengaten in de oostelijke kopgevel (rechtsboven)
(Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, kopergravu
re door Hendrik Spilman (1721-1784) naar een teke
ning van Cornells Pronk, cat. nr. THA 1144)
Gehavend borstbeeld van gebruikster van het Huis
De Pottere vrouwe Agatha van Wissekerke, echtge
note van Heyndrick de Pottere, van de graftombe
Conyers-de Pottere uit de in 1832 uitgebrande Sint
Lievensmonsterkerk
(foto Gemeentearchief Schouwen-Duiveland cat.nr.
DIA 0206)
De Zonnemairse ambachtsvrouwe Adriana
Dekker Jacobusdr., eigenares van de Noord-
gouwse buitenplaats Rustenburg en het uitge
strekte buitenhof aan de Lange Nobelstraat in
zierikzee, had in 1864 twee duifhuizen op het erf
van haar woonhuis aan de Mol, toentertijd nog
Haven genaamd. De vogels waren tortelduiven en
niet nader aangeduide duiven.12
Pluimvee
Onder andere parelhoenders, brabanters of sabel-
pootkrielen zijn fraaie voorbeelden van de Neder
landse hoenderrassen die op de Noordgouwse
buitenplaatsen kunnen zijn gehouden. Met het
'swierend pluijmgedierte' van de anonieme dich
ter van 'Noord-Gouwens' Lof kunnen ook deze
vogels worden bedoeld.
In 1686 hebben op de Dreischorse landstede van
dokterszoon Jacobus de Vager, van buitenplaats
Den Thoorn, vier kalkoenen en een aantal hoen
ders gescharreld. Volgens Reygersberghs Dye cro-
nycke van Zeelandt (1551) was het, van alle schip
pers die Zeeland toen telde, een Zierikzeeënaar
die ruim anderhalve eeuw tevoren (in 1528) de
eerste 'calcoetsche hoenderen' naar het gewest
had gebracht, teruggekomen van een reis naar
Afrika. Bedoelde Anthonis Mulock had de vogels
gehaald uit het toen voor de Zeeuwen onbekende
verre oord 'caput viride', Latijn voor 'groen punt'.
Chirurgijn meester Johan Verhoeve en zijn echtge
note Maria Masson, die aan de noordzijde van de
Zierikzeese Haven woonden, hebben in 1748
pluimvee op De Katte laten lopen, hun buiten
plaats. In haar brief van 28 juli 1749 merkt de
weduwe Susanna Maria Cau-Lonque, Oosterlands
ambachtsvrouwe, op, dat zij haar lege kooi graag
van hoenders wil voorzien. Op de lustplaats
Zoomerlust in Noordgouwe werden in 1788 hoen
ders gehouden. Mogelijk wijzen de beeldjes van
'haantjes' in het Zierikzeese woonhuis van de toen
malige bezitter van Zoomerlust, de zierikzeese
raad en oud-burgemeester Samuel Schuurbeque,
op belangstelling voor hoendersoorten.
Het is heel goed mogelijk dat de eigenaar van De
Katte na Verhoeve, bierbrouwer Johan van der
Schatte, rondom het landhuis op dit buiten ook
pluimvee heeft laten lopen. Hij had belangstelling
voor vogels, want in zijn Zierikzeese woonhuis
moet hij tropische vogels hebben gehouden als
de papegaai en de kanarie. Hun kooien stonden bij
20