Lieve Ouders, Ik kan beginnen met u te melden, dat ik nog in goe den welstand ben en dat het mij verheugde te ver nemen, dat dit ook te huis het geval was. De eerste brief heb ik vrijdag voor 8 dagen, den 2den dezer Vrijdag ontvangen. De eerste brief kwam tegelijk met een van Wansink, met en benevens die gevraagde boeken, waarvoor ik bij deze u wel bedank. Wat betreft uw schrijven over nadere inlichtingen omtrent hetgeen ik nu doe, daarom trent kan ik uwe nieuwsgierigheid zeer goed begrij pen en ik wil die ook wel bevredigen, hoewel het nat.fuurlijk] van den anderen kant niet noodig is alles te huis haarfijn aan de groote klok te hangen.14 Ge zult wel begrijpen, dat als men zoo in New York aankomt met slechts een paar dollar op zak er geen anderen weg openstaat dan te werken. Nu zondags ben ik aangekomen en maandags heb ik me voor een maand verhuurd, dat was dus nog ai tamelijk snel en dinsdags ben ik hier gekomen, dat is zover van New York denk ik als Rotterdam van Amsterdam. De kost hier is zeer goed. lederen dag driemaal warm eten, dat is zoo hier Amerikaanse gewoonte en iederen morgen zo veel melk drinken als ik maar wil. De eerste maand verdiende ik daa- ren boven 12 dollar, zodat ik nu reeds geld genoeg heb om kleederen, een horloge en schoenen te koopen, terwijl men voor het overige totaal gene uitgaven heeft. De 2e maand heb ik nu vijftien dol lar. zoodat ik dan spoedig iets terzijde kan leggen om iets anders te doen. ik denk dan ook volgende lente naar Louisana in 't Zuiden of meer naar het westen te gaan. ik werk nu hier op een groote boerderij, 'farm'. En ik ben dat reeds goed gewoon en het bevalt mij veel beter dan vroeger. Men vangt hier 's morgens om halfzeven aan en 's avonds om zes uur is alles gedaan; en dat gaat alles precies op de klok. Al is ook nu nog slechts vijf minuten te werken en 't is zes, me scheidt toch uit en komt den volgenden morgen terug. Daar moest ik toch denken aan een [woord onleesbaar] in beelden uit de 'Fliegende Blatter' waar 4 mannen zakken naar boven heeschen en precies om twaalf uur waren [vervolg van de brief met afsluiting ontbreekt] In zijn brief van 6 juli 1897 beschrijft Zeger uitvoe rig de aankomst van de boot in New York. Op Ellis island werden alle passagiers uitvoerig gecontro leerd. Mensen die niet in hun onderhoud konden voorzien, werden niet toegelaten. Op de lijst van immigranten van 17 mei 1897 werd hij als volgt vermeld:15 Passagier: 133- Zeger Doeleman - 25 jr. - man - student - land van geboorte: Holland - bestem ming: New York - hoofddeck 5 - stuks bagage: 2 - ingescheept: Rotterdam. In een brief schrijft hij over zijn korte verblijf in New York en de indrukken die hij daar op deed. Daar is ook een verschil in de soort van men seden, die men bij ons ziet en hier. Denk niet dat men het iemand kan aanzien of hij een werkman is of iets anders. Neen zondags zijn ge alle gelijk gekleed. En ook alle menschen hebben hier 'hurry'zoals men dat noemt, maar denk niet dat de menschen onbeleefd of onhebbelijk zijn. in de brief van 12 november 1897 schrijft hij onder andere: Ik herinner me dat ge me gevraagd hebt omtrent een vechtpartij in Leiden en daarmede in verband staande boete. Hoewel dat alles in mijn oogen nu nog niet zoo bijzonder zwaar zou zijn, kan ik u evenwel melden, dat ik van de gehele zaak niets afweet en dat ge er dus gerust onderzoek naar doen kunt, om u van de waarheid te overtuigen. Het is nat[uurlijk] niets dan een verzinsel van den een of ander en je behoefje het dus gansch en al niet aan te trekken. Heden heb ik nog een brief van wansinck gehad, die me zijne benoeming10 in zeelands hoofdstad melde, 't Werd waarlijk tijd voor hem, zoolang als hij vergeefs heeft moeten wachten. Ook van Adrie v.d. Linde zooals ge weet heb ik laatst een schrijven gehad. Zeger wil wel eens vernemen hoe het na de ver kiezingen met de politiek in Holland is gegaan. Ook de aardappelprijzen interesseren hem. Twee maanden later beklaagde hij zich dat hij al zo lang niets van huis vernomen heeft. En ik spreek daarbij ook tegelijk den wensch uit, dat we dien dag (verjaardag van zijn moeder) nog vele malen mogen beleven, niet altijd zoals nu door den oceaan gescheiden, maar dat ik hem nog eenmaal in uw midden mag doorbrengen is een wensch, die ge gemakkelijk kunt begrijpen, dat vele malen bij me opkomt.17 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2012 | | pagina 10