Duiveland en feitelijk voor de gehele bevolking
van het eiland, was Woensdag 8 december te
2.15 uur een belangrijk tijdstip. Op dat ogenblik
nl. begon de stoomhamer aan het Zeiketerrein te
sissen en dreunde neer op de eerste van de hon
derd eenentwintig in te brengen palen van ca.
dertien meter lang in de bouwput, gegraven voor
de grootste silo van Zeeland, een gevaarte dat 47
meter hoog zal worden en waarvan de bouw na
De 47 meter hoge betonnen kolos aan de zelke.
Foto: coll. auteur
vele en velerlei moeilijkheden begonnen kon
worden op die gedenkwaardige (en ijskoude)
middag in de donkere zes weken voor Kerstmis
1954'. De silo werd ontworpen door architect L.
de Koning van het Centraal Bureau te Rotterdam
en gebouwd door de N.v. Bredasche Beton en
Aannemings Mij voorheen H. Vriens te Breda. Het
uiteindelijke gewapend betonnen gevaarte had
leeg een gewicht van ongeveer 3200 ton en kon
ruim 2500 ton graan bevatten. De gehele outilla
ge was ingesteld op een korte oogstperiode: op
twee plaatsen kon tot ongeveer 40 ton graan per
uur worden ontvangen, dat direct gereinigd en
automatisch gewogen werd. Daarnaast kon con
tinu het graan worden gedroogd, gesorteerd en
ververst. Het geheel werd bediend door twee
personen.
Terugdraaien
Jarenlang functioneerde de silo tot volle tevreden
heid van agrarisch Schouwen-Duiveland en raakte
men gewend aan het ontsierende blok beton in
de Zelke. Sinds enkele jaren, blijkt uit vele publica
ties, wordt niet zo veel waarde meer gehecht aan
de oorspronkelijke functie van de silo en staat hij
daar lelijk te zijn. Een enkele projectontwikkelaar
kijkt bij het langs rijden likkebaardend omhoog en
denkt dat hij er iets leuks mee kan doen ter verrij
king van zijn eigen portemonnee. Dit is echter een
andere economische reden dan die waarvoor
destijds de silo is gebouwd en op basis waarvan
toen vele instanties knarsetandend instemden
met die bouw. Nu de oorspronkelijke noodzaak
voor de realisatie van de silo tot het verleden
behoort, vervalt ook de reden om de bouwvoor
schriften van toen nog steeds te ontduiken. Het
gemeentebestuur van Schouwen-Duiveland zou
er na bijna zestig jaar verstandig aan doen om als
nog de bezwaren uit 1954 ter harte te nemen en
de sloop van de gezichtsbepalende betonnen
kolos in de op stapel staande erfgoednota op te
nemen. De Zierikzeesche Nieuwsbode schreef
immers al in 1954, naar aanleiding van de bouw
plannen voor de graansilo, 'Elk besluit dat raakt
aan de nog gebleven schoonheid op Schouwen-
Duiveland, hetzij natuurlijk, hetzij architectonisch,
dient een zaak van uiterst gewetensvolle over
denking te zijn en elke luchthartigheid in dit
opzicht is bij voorbaat veroordeeld'. In deze geest
kan het besluit uit 1954 nu zonder gezichtsverlies
worden teruggedraaid, opdat alsnog recht wordt
gedaan aan de grote bezwaren, die er toen zijn
gemaakt.
5