-Ö.7
Jacobsz. en Adriana Adriaansdr. noemden Basters
legaat in hun testament van 10 augustus 1776.
Een gedeelte van betreffend bedrag wilden zij
reserveren voor de opleiding van hun twee doch
ters in het vervaardigen van wollegoed, indien
een van de ouders voortijdig zou komen te over
lijden. Het doopboek van de Noordgouwse
Driekoningenkerk vermeldt al vanaf het begin van
de jaren zestig van de achttiende eeuw kinderen
van het echtpaar Van der Werf-Goeree. Is Jan
Jacobsz. misschien vanaf de stichting van
Buytensorge op deze lustplaats werkzaam
geweest?
Een der 'dochters van Buytensorge', Jacomina
Jansdr. van der Werf, trouwde in december 1794
met de Noordgouwse hovenier Nicolaas
Fonteyne. De echtelieden bleven in de nabije
omgeving van Basters vroegere buiten. Zoon
Leendert Fonteyne was ruim zevenenvijftig jaar
'tuinbaas' op lustplaats Welgelegen met haar
landhuis gelegen aan de andere kant van de
Kleine Weel. Hij werkte daar achtereenvolgens
voor jonkheer Willem Dignus en voor diens zoon,
kamerlid Johan Louis de Jonge. De rouwadverten
tie door laatstgenoemde in de Zierikzeesche
Nieuwsbode van 22 juni 1876 geplaatst, roemt
zijn ijver en plichtsbetrachting.
/l/ia -t- t-P/{o* A
Handtekeningen van Johannis Jansz. Kouwenberg
en Jan Jacobsz. van der Werf, achtereenvolgens
hovenier van Het Zonnehof en van Buytensorge
onder het testament van deze personen uit 1776 en
1787 (foto Gemeentearchief Schouwen-Duiveland)
Kleine Weel was relatief duur, toen dit in 1791
voor 700 Vlaamse ponden werd verkocht. Andere
wat grondoppervlak betreft vergelijkbare buitens
als Weltevree, Rust en Werk en Zeerust brachten
volgens de transportakten voor het gerecht van
Noordgouwe aan het eind van de achttiende
eeuw prijzen op, variërend van 200 tot 350
Vlaamse ponden.
In een periode van ruim twintig jaar was dus de
prijs voor het perceel van Buytensorge nagenoeg
verdrievoudigd. Dit zal duiden op verbetering van
huis en tuin, zoals verwacht mag worden als de
functie van een grondperceel van gebruik voor
levensonderhoud naar gebruik als luxe verblijf
opschuift. De boerenwoning kan zijn afgebroken
of dusdanig zijn aangepast dat een heer van stand
zich hierin kon thuisvoelen. En Baster vóelde zich
thuis op Buytensorge: Na ongeveer twintig jaar
groei en bloei aldaar, omschreef de geleerde zijn
hofstede in de brief aan de Groningse hoogleraar
Petrus Camper van oktober 1771 zowaar als 'een
ongemeen plaisierig buyteplaatsje'.
Grondvlak van landhuis en aangebouwde schuur van
Buytensorge in de atlas van Adriaan de Oude van
1758 (rechts kant Donkereweg) (Gemeentearchief
Schouwen-Duiveland, archief ambachtsheerlijkheid
Noordgouwe)
Landhuis en schuur
De ligging van het buiten is hoogstwaarschijnlijk
van grote invloed op de waarde van het perceel
geweest. Bij aankoop van de boerenhofstede had
Baster in 1751 ruim 166 Vlaamse ponden betaald
en bij verkoop als buitenplaats was voor het
object 500 Vlaamse ponden ontvangen. De prijs
was in vergelijking met de verkoopprijs van ande
re kleinere buitenplaatsen in Noordgouwe gepe
perd. Ook het buitenplaatsje Welgelegen aan de
Het ontwerp van het biljet ter aankondiging van
de openbare verkoping door de volgende bezitter,
op 1 februari 1776, maakt melding van 'den aff-
breek van het huys en schuiertje'. Huis en schuur
kunnen geheel of deels zijn afgebroken. Echter,
Baster had toen deze nog geen vijfentwintig jaar
in gebruik gehad. Geheel afbreken van het huis
c.a. lijkt, ervan uitgaande dat het complex niet
schromelijk was verwaarloosd, onnodig te zijn
geweest. Vergelijking van het grondvlak van land-
21