Zorgvliet, waarvan het onderhoud een uiterst bekwame tuinman moet hebben vereist.3 Dit eind jaren zeventig van de achttiende eeuw te koop aangeboden buiten had toen volgens de Middelburgse Courant verschillende elementen die ook het Zierikzeese hof heeft gekend. Kennis en vaardigheden ten aanzien van snoeiwerk aan hoge hagen, fruitteelt en het gezond houden van visvijvers moeten op Zorgvliet essentieel zijn geweest. Het betreft hier de vereisten waaraan Kouwenberg in Zierikzee moet hebben voldaan. Over de grotere karweien op Het Zonnehof zal Johannis Kouwenberg vaak aanwijzingen van zijn baas hebben gekregen. Hij is in Het Zonnehof in aanraking gekomen met diverse aspecten van tuinaanleg en hem onbekende gewassen. Hoeveel moet deze hovenier niet hebben geleerd van de uiterst deskundige tuineigenaar voor wie hij werkzaam was? Met de bemoedigende woor den 'op wier oplettendheid en bedrevenheid men zich vrij gerust kan verlaten', lijkt het literair-cultu- reel tijdschrift Vaderlandsche letteroefeningen in het jaar van publicatie van de Maandlijksche turn oefeningen, de Engelse tuinexpert Philip Miller en zijn vertaler Job Baster op hetzelfde niveau te plaatsen.4 In Zierikzee heeft hovenier Kouwenberg in het veilingjaar het tuinmanshuis op Het Zonnehof bewoond, rechts van de ingang van deze buitentuin aan 't Vrije. Ook gezien de vermelde mening in Vaderlandsche letteroefeningen is het niet oninteressant, dat drie van de zonen van Basters tuinman zich bezighiel den met het tuinmansambacht: Pieter (1765), Marinus (1766) en Jacob Kouwenberg (1774). Rondom 1800 hadden de zonen blijkbaar het voorbeeld van hun vader opgevolgd: Zoon Pieter Kouwenberg, nog in Colijnsplaat ter wereld geko men, werkte toen voor de schout en latere burge meester van Noordgouwe Hendrik Mulock Houwer op Zorgvlied (niet te verwarren met het genoemde gelijknamige buiten).5 in 1790, het jaar van zijn huwelijk, woonde hij in 'Bommenede en Bloois', vrijwel zeker op de pas aangelegde lust plaats Buitenlust in Bloois (later gemeente Zonnemaire), toen het enige buiten in dat gebied.6 Uit een zierikzeese koopakte blijkt dat Pieter in de jaren negentig van de achttiende eeuw in Noordgouwe werkzaam was.7 Bestaanbaar lijkt dat Marinus Kouwenberg als hovenier voor Samuel Boeye op Weelzicht in Noordgouwe werkzaam was. Twee lijsten van aangeslagenen in het Trouwgeld vermelden hem als Noordgouwenaar in 1793 en 1794.8 Het laatste overzicht vermeldt hem ook als 'tuinier'. Jacob Kouwenberg wordt in de lijsten van het Trouwgeld over 1799 een Zierikzeese tuinders knecht genoemd.' Mogelijk was hij toen behulp zaam bij het tuinonderhoud op de buitenhoven van zijn geboorteplaats of op de Zierikzeese bui tenplaats Ypenhove van predikant Jacobus van Dongen. Kort voor Pieters jaren op Zorgvlied was door por trettist van vooral Walcherse buitens Jan Arends (1738-1805) de gekleurde tekening vervaardigd, waarop dit buiten met twee tuinlieden is afge beeld. Eigenaar was toen de Zierikzeese notaris Jacob Rost van Tonningen, die de naam 'Raepenburg' voor 'Zorgvlied' had verruild.10 intrigerend is het om te zien, dat levensgeschie denissen van de zonen tuinmannen Pieter en Marinus Kouwenberg met boeiende locaties in verband kunnen worden gebracht: Buitenlust was nog een vrij nieuw buiten en de tuinen van Zorgvlied en Weelzicht zijn rond 1800 in de toen maals in Zeeland nieuwe Engelse landschapsstijl heraangelegd.11 Op buitenplaats Buytensorge in Schuddebeurs heeft in Basters sterfjaar Jan Jacobsz. van der Werf gewerkt, wellicht afkomstig uit de Westhoek.12 Net zoals op Het Zonnehof de hove nier op het perceel onderdak vond, heeft ook Van der Werf gewoond op het terrein dat hij onder hield. Hij heeft zo zorg kunnen dragen voor Basters tuin én op het landhuis cum annexis opzicht kunnen houden. Hij zal een gedeelte van het huis hebben mogen gebruiken. Van der Werfs echtgenote, Adriana Adriaansdr. Goeree, heeft het huis en het huisraad kunnen schoonhouden, wijlen baas Baster beloonde in zijn sterfjaar 'de arbeider' op het buiten in Schuddebeurs met de erfmaking van vijf Zeeuwse rijksdaalders 'voor ieder jaar dat hij aldaar zal hebben gewoond'. Evenals bij de tuinman van Het Zonnehof in Zierikzee diende het bedrag binnen drie maanden na Job Basters overlijden te worden uitgekeerd. Het begonnen jaar moest, zoals bij de Zierikzeese tuinman, gerekend worden als een heel jaar, 'van mei tot mei of van november tot november'. Jan 20

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2012 | | pagina 22