Een vreselijk lang leven was de meestoof overi gens niet beschoren, want op 3 september 1907 werd ten overstaan van notaris Jasper Franse in het openbaar de Meestoof De Nijverheid in percelen verkocht. De stoommachine ging naar de landbouwer Adriaan Verseput Lzn. te Renesse, de stoomketel naar de timmerman Johannes Hendrik Brandenburg in Zierikzee, de maalstenen gingen naar A. Anker en het vatenhuis naar C. Dag in Renesse die ook 06,80 are grond aankocht. De maal- en machinekamer kwam in handen van metselaar Johan Frangois de Later in Nieuwerkerk en 07,55 are grond, de heerlijkheid, toren en eest waarop de gebouwen stonden in handen van Pieter Aleman te Zierikzee. De koude stoof werd aangekocht door C. Nolet en de overige grond door aannemer Jacob Jan Steur uit kerkwerve en de koopman Lambertus Adrianus Padmos uit Ouwerkerk. Het betekende het einde van de mee stoof die dus maar 38 jaar had bestaan. Op 24 december 1907 werd er geadverteerd met 'op afbraak te koop' van meestoof De Nijverheid te Kapelle: waalsteen, straatsteen, pannen, vorsten, ribben, geploegde dakdeelen, ankers, ijzeren goten, hangen, duimen, vensters, 300 schrooten etc., te bevragen bij de metselaar Leendert van den Houten op het werk of Johannes Brandenburg bij de Lutherse kerk te Zierikzee. Vermoedelijk zal hier ook de gedenksteen bij zijn geweest die vorig jaar 'gevonden' werd en hergebruikt is bij de woning in Zierikzee. In maart 1909 werd nog eens het vatenhuis van De Nijverheid met de grond waarop dit stond, geveild, koper was hier kenne lijk weer P. Aleman, die in februari 1910 bouwma terialen, zoals 'binten, gordingen, deuren, ijzeren goten, muurduimen, ankers, ijzeren toogramen, 5 lichtkozijnen met ramen, 25000 waalstenen en 2500 dakpannen' te koop aanbood. Curieus was dat de droger Jacob Bolijn overleed op exact dezelfde dag dat 'zijn' meestoof publie kelijk werd verkocht. Bolijn was vanaf het begin in 1869 droger geweest en toen overgekomen van meestoof De Wereld onder Zierikzee. Hij had 35 teelten meegemaakt en was altijd 'met ijver en nauwgezetheid werkzaam geweest in het belang der reeders en alzoo ook in dat van de aandeel hebbers. Steeds had hij getoond de rechte man op de rechte plaats te zijn geweest'. Doordat de verbouw van meekrap steeds minder werd, was Bolijn enige jaren voor zijn dood op tien minuten afstand van de meestoof een landbouwbedrijf begonnen en hij woonde dan ook al vier jaar niet meer in het gebouw. Het was, zoals in de Zierikzeesche nieuwsbode te lezen viel dan ook zeer curieus: 'nu juist op den dag der verkooping, terwijl hij nog zijn diensten leende bij het uitstal len van den inventaris, en onder deze werkzaam heden, trof hem een beroerte, zoodat hij tenslot te nog bij zijn werk in de stoof, na verloop van weinig tijds den laatsten adem uitblies. Wij betreuren zijn dood ten zeerste, ook omdat wij nu niet in de gelegenheid zijn geweest om hem zijn eervol ontslag te geven met een woord van dank voor de betoonde diensten', zoals aandeelhouder Cornelis van Oeveren het in een ingezonden stuk omschreef. Dankzij de teruggevonden eerste steen van mee stoof De Nijverheid weten we nu weer iets meer over de geschiedenis van de meestoven op Schouwen-Duiveland. 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2011 | | pagina 25