dwars geplaatst, blijkbaar tegen het landen van vliegtuigen. Er staan op een paar plaatsen geschutsopstellingen, maar de NJN'ers maken zich geen zorgen, want Nederland is immers neu traal. Na Rotterdam volgt Numansdorp, waar de boot naar Zijpe op Duiveland vertrekt. Daar aange komen zien ze een paar drooggevallen fuiken met gepen (een vissoort). Via de bekende route van de tram fietst de groep via Oosterland, Nieuwerkerk, Zierikzee, Schuddebeurs, Noordgouwe, Zonne- maire, Brouwershaven en Noordwelle naar Renesse. De grote moerbeiboom bij de Wilhel- minahoeve staat er nog en de eigen tentjes wor den in de elzenmeet achter de boerderij opgezet. De NJN kwam graag op deze gastvrije plek. Toen de oude kampboer Job van Sluis in 1939 overleed, kwam er een 'in memoriam' in het landelijk tijd schrift Amoeba. Van de vakanties in Renesse 'bewaren wij allen de beste herinneringen', staat er geschreven. Deze kampeerders waren tachtig jaar geleden vrijwel de eerste verblijftoeristen in de Westhoek van Schouwen. Op donderdag 9 mei wordt het kamp opgebouwd. De vier grote verenigingstenten voor tien perso nen ('kampura's') staan spoedig overeind. Met een geleende schop worden een afvalkuil en twee latrines gegraven, ook het kookhok verrijst. Thijs brengt vervolgens een bezoekje aan de burge meester van Renesse (W.H. Scholder) om hun aan wezigheid te melden. Fouragemeester Freek Dirker gaat naar de bakker om alvast brood te bestellen. Daar hoort hij dat vliegveld Flaamstede vol staat met palen, oude auto's en boerenkarren. Hij fietst er meteen naar toe om te kijken, 's Avonds maken de 'voorkampers' een strandwan deling. In de hoge bomen van Moermont zingen de nachtegalen als nooit te voren. De zee licht en ook op het strand zien ze de zeevonk. Het vuurto renlicht was gedoofd, maar ze staan wel plotse ling in het licht van schijnwerpers van een marine schip in het Brouwershavense Gat. De schaduwen van de mensen zijn wel honderd meter lang. De meidagen En dan is het vrijdag 10 mei! De kampeerders worden om vier uur wakker van gerommel en harde knallen. In de onbewolkte hemel komen vliegtuigen met Duitse kentekens over. Op dat moment gold overigens in Nederland de winter tijd (volgens de in Duitsland al ingevoerde zomer tijd was het 6 uur). Een uur later komt de boer langs om zijn geleende schop te vragen, want hij gaat aan het werk. Hij vertelt dat het oorlog is en dat er om 8 uur een verklaring op de radio volgt. Het KC besluit dan dat het kamp niet door kan gaan. Aan hun ouders sturen ze een telegram: 'Alles goed, komen zo snel mogelijk naar huis'. De deelnemers krijgen geen bericht, zij zullen zelf wel de conclusie trekken dat het pinksterkamp niet doorgaat. De tenten worden ingepakt om niet uit de lucht voor een militair kampement te wor den aangezien. Het materiaal (dertien tentzakken en twee grondzeilen) wordt opgeslagen in een schuurtje bij het tramstation van de RTM bij de Schouwse NJN'er Nico Beije die daar woont. Met de eigen bagage weer op de fiets gaan ze nog even langs de burgemeester voor advies. Hij raadt de NJN'ers aan 'weg te komen'. Op een stralende zonnige dag met straffe en koude oostenwind fietsen ze naar zijpe. in de verte stort een Duitse jager neer en verschijnt een parachute in de lucht. In Zijpe blijkt de boot naar Anna Jacobapolder alleen voor militair transport te varen. Eén van de militairen geeft de raad om op het gemeentehuis een document als geleide te halen. Van de RTM krijgen de jongelui toestemming in de tram te overnachten, de meisjes slapen in een eersteklas rijtuig, de jongens tweede klas met hun slaapzak ken op de ribbelplanken in het gangpad. Die nacht is er een luchtaanval, maar iedereen slaapt er doorheen. De volgende dag zijn de militairen daar zeer verbaasd over. Naar Flakkee en verder Op zaterdag 11 mei horen ze dat er bootje met vluchtelingen van de Belgische grens langs komt, dat mogelijk in Zijpe zal aanleggen. Eerst gaan Thijs en Freek naar het gemeentehuis. Ze lopen 4 een heel simpele kamer binnen, waar burgemees ter en wethouders blijken te vergaderen. Burgemeester W. van den Berg Dz. geeft een schriftelijke toestemming 'tot vervoer in den veer dienst' van de groep met Thijs Duijm als 'hoofdge leider'. Met die benaming was hij niet zo gelukkig, het druiste ook in tegen het idee van gelijkheid dat in de NJN de norm was. Dit briefje heeft goede dienst gedaan op weg naar huis! Daarna zit de groep natuurliefhebbers in het gras te wachten op een mogelijke boot. Er gaat het gerucht dat de Moerdijkbrug is bezet. In de lucht 16

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2011 | | pagina 18