HERINNERINGEN AAN MEI 1940 IN
RENESSE EN FIETSEND NAAR DEN HAAG
naverteld door Frans Beekman
Bij toeval kwam ik op de laatste reünie van de
Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie (NJN)
in contact met Thijs Duijm (1920) uit Haren (G). Hij
vertelde mij een spannend verhaal over de meida
gen van 1940 toen een groep van zeven NJN'ers,
overvallen door de oorlog, besloot hun voorgeno
men pinksterkamp in Renesse af te breken en
terug te gaan naar Delft en Den Haag waar ze
woonden. Omdat ze over de Zeeuwse en Zuid-
Hollandse eilanden fietsten, kwamen ze niet
terecht in de gevechten rondom Rotterdam.
Van de gebeurtenissen bestaat een manuscript
van tien bladzijden dat in januari 2001 is opge
steld. De afzonderlijke herinneringen van zes toen
nog in leven zijnde deelnemers aan de tocht zijn
door Thijs Duijm verwerkt tot één relaas. Het is
begrijpelijk dat de herinneringen niet hetzelfde
waren, maar samen is het verslag vrij volledig
geworden, in het nu volgende worden de gebeur
tenissen naverteld ook met gegevens uit een paar
aanvullende bronnen. De nadruk zal vallen op de
gebeurtenissen op de eilanden van Zuidwest-
Nederland.
De heenreis
in De Kijfhoek, het orgaan van district VI der NJN
nr. 1940-3, staat een enthousiaste oproep 'We
gaan naar Schouwen. Vier pinksterdagen zijn we
vrij en die gaan we natuurlijk uitbuiten! We kam
peren bij de wilhelminahoeve op Renesse.
Overdag zullen overal de excursies rondzwerven,
's Avonds klinkt er ons gezang: wij zijn jong en dat
is fijn! De bloeiende brem wenkt, de kluten roe
pen: Kom meel!' Districtsleider Thijs Duijm was in
1934 en 1936 ook op Schouwen geweest en had
daarom opnieuw dit eiland als reisdoel voorge
steld. Naar het kamp zouden deelnemers uit
Leiden, Den Haag en Delft komen, naar schatting
vijftig a zestig jongens en meisjes. Er is onlangs de
suggestie geuit, dat er ook leden uit Rotterdam bij
waren, maar de samenstelling van het kampbe-
stuur (KC) wijst daar niet op.
Het was de gewoonte dat het KC vooruit ging om
de tenten op te zetten en de fourage te regelen.
In dit geval waren het drie meisjes en vier jongens
van 20 tot 23 jaar, die het oudere kader van de
NJN-groep, met leeftijden vanaf 13 jaar, vormden.
De kampprijs was overigens 3 gulden en 75 cent.
Daarbij kwamen nog de kosten van de diverse
veerponten en ook moest iedereen een half pond
suiker meenemen. In spoedgevallen was het
kamp telefonisch bereikbaar middels de firma
Beije, telefoonnummer 2, in Renesse.
Op woensdag 8 mei om half zes vertrekken de vijf
Hagenaars van het Rijswijkseplein. In de Delft
komen er twee bij en met z'n zevenen gaan ze
over het fietspad langs de nieuwe weg (nu A 13)
naar Rotterdam. Op die weg waren oude auto's
18 Encyclopedie van Zeeland II (1982) pag. 574-175.
19 Den Haan, 'Alwaar de tappersneeringh in werd gedaan.
De Santpoortse uitspanning De Weyman in de achttien
de eeuw', in: Velisena. Velsen in historisch perspectief
li (1993) pag. 1-8. Vriendelijk dank aan Albert Jansma
te Santpoort, voorzitter Stichting Maria van
Schuijlenburg, voor de bevestiging van het vermoeden
over het uniekzijn van de nog altijd gereden
Santpoortse harddraverij. Zie voor informatie over deze
wedstrijd ook de website mariavanschuijlenburg.nl.
20 Henk Dalebout, Wim de Vrieze en Frans Westra,
Noordwelle, polderdorp achter de duinen. Een
geschiedenis (Amsterdam 2008) pag. 85-88, en Betty
Blikman-Ruiterkamp, 'Harddraverijen in Dreischor', in:
Stad en Lande 122 (augustus 2008) pag. 23.
21 Met dank aan Johan Verduyn te Noordgouwe voor de
verstrekte gegevens over de Heesterlustweg.
15