genootschap.8 Op grond van dit belangwekkende
muziekverleden is het niet te gewaagd om aan de
opsomming van vormen van buitenvermaak nog
muziekbeoefening toe te voegen. Door een groot
kenner van de geschiedenis van Schouwen-
Duiveland werd aan het begin van de vorige eeuw
over 'duchtig feesten' op de Noordgouwse bui
tens gesproken. Het lijkt erop dat men in de acht
tiende eeuw huwelijken in voorjaar en zomer in
Noordgouwe liet voltrekken, om na de kerkelijke
inzegening dadelijk op de buitenplaats buiten de
dorpskern 'met ouderwetsche weelde' groot
feest te kunnen houden.' Allemandes, menuetten,
contredansen en andere dansmuziek moeten hier
dus wel hebben geklonken.
De dichter van Het Noord-Gouws Arcadia brengt
zijn lofzang op een 'boersche fluyt' in een tijd dat
de dichtkunst werd geacht verwant te zijn met de
muziek. Deze fluit is door de onderhoudende
poëet als dichterlijk instrument gebruikt, symbool
van het landleven. Op muziekbeoefening buiten
moet de dwarsfluit van een uit Noordgouwe
afkomstige boerenknecht wijzen. Eind achttiende
eeuw werd dit instrument in diens eikenhouten
kledingkist aangetroffen.10
Amusement begin negentiende eeuw
Het kermisvertier in de Zeeuwse hoofdstad trok
ook landlieden van Zuid-Beveland. Een Haarlems
heer zag in 1827 daar boeren en boerinnen die
zich feestelijk hadden uitgedost. Jonge stelletjes,
'naar het scheen geliefden', zag hij pink aan pink
gehaakt langs kraampjes slenteren.11 De kermis in
de stad bood toen naast gebak en poffertjes,
volop gelegenheid kledingstukken, stoffen en kra-
merijen aan te schaffen.
Vanaf de laatste maandag in augustus was in de
stad Zierikzee een kermis die veertien dagen
duurde. De jood Zadok Levi van Oss, koopman in
porselein en glas, had daar een vaste standplaats.
De krantenadvertenties van kooplieden uit
Middelburg, Dordrecht en Amsterdam melden
over kramen aan de Oude Haven, in de Beurs
onder de Gasthuiskerk (het huidige Havenplein)
en aan de zuidzijde van de kade, tot op het tegen
woordige Kraanplein. Voorgangers van de familie
van wafelbakkers Van Bezooyen, die in twee eeu
wen Zierikzeese zoetekauwen heeft bediend, zul
len tijdens het kermisfestijn hun wafels en 'broe
dertjes' hebben verkocht.12
Waarschijnlijk is de Zierikzeese bedrijvigheid, in
het klein, tevens bij de dorpsgelegenheid Herberg
Schuddebeurs te vinden geweest. Met een kraam
met wafels en poffertjes zal een Zierikzeese bak
ker in Schuddebeurs goede zaken hebben kunnen
doen. Op de boerenkermis was men doorgaans
niet kinderachtig met zijn bestedingen. Vooral de
ongehuwde jongemannen die meenden te moe
ten opvallen bij niet onknappe boerenmeiden en
-dochters.
De jongen schudt zijn beurs, en spilt de zilvre
schijven,
Zoo lang vergadert met zijn meesters vee te
drijven
Vogelschieten
Over het door de Schuddebeurse kastelein
Bastiaan Versseput rondom 1800 georganiseerde
kermisvertier, kan niets zekers worden gezegd. In
diens sterfjaar (1806) werd een voorraad geweren
aangetroffen, die voor het 'Vogelschieten' zou
kunnen zijn gebruikt. Ruim tien jaar later, mei
1819, daagde Johannes Hendrik Bukker in de
Zlerikzeesche Courant onvervaarde kermislief
hebbers uit om bij hem te proberen de (houten)
vogel te raken, die op een hoge staak was gezet,
zijn advertentietekst luidt:
Met permissie zal er bij J.H. Bukker, castelein op
Schuddebeurs, eene prijs bestaande in een
goud horologie te winnen zijn, met het schieten
naar een vogel op een staak van 70 voeten
hoog met geweer en kogel.
in Zierikzee en in Schuddebeurs kon men zich
voor het niet geringe bedrag van een gulden en
zes stuivers opgeven om mee te dingen naar de
kostbare prijs. Dit zeer oude spel, papegaaischie-
ten of gaaischieten genaamd, was aan het eind
van de Middeleeuwen door de Zierikzeeënaars
met de kruisboog reeds beoefenend. Het winnend
lid van de Zierikzeese Voetboogschutters (gezel
schap van kruisboogschutters), de schuttersko-
ning, werd toentertijd door de graaf van Zeeland
beloond 'als hij de papegay afschoot'." Vogel
schieten wordt in de provincie, op het eiland zelfs,
nog altijd gedaan.15
11