DE UITZET Rinus van Langeraad KAzn. Mijn grootmoeder van vaderszijde, Lena Maatje van der Cingel (1881-1945), was een telg uit het bekende Schouwse geslacht met diezelfde naam. De bakermat van de familie Van der Cingel ligt in de 17e eeuw op Noordgouwe. Een van de mannelijke nakomelingen uit Noord- gouwe, ene Gillis, trouwde halverwege de negen tiende eeuw met boerendochter Lena Gast uit Kerkwerve en werd boer op de boerderij van zijn schoonvader aan de Weelweg (thans nummer 3) aldaar. Later werd hij zelfs burgemeester van Kerkwerve. De bovengenoemde Lena Maatje, voor intimi Lene-Mao, was een kleindochter van deze Gillis van der Cingel en werd aan de Weelweg in Kerkwerve geboren. Ze behoorde tot de gegoede Lena Maatje van der Cingel (1881-1945) Foto collectie auteur. boerenstand. Gebruikelijk in die tijd was dat de levenspartner binnen dezelfde "(beroeps)groep" werd gezocht. Dus ook voor mijn grootmoeder. Ze trouwde in 1911 met Marinus van Langeraad en samen werden ze boer en boerin op de ouderlijke boerderij van Marinus "Dreischors Nieuwland" aan de Zuiddijk in Dreischor. Er kwamen drie kin deren, twee zoons en een dochter. Naast de normale werkzaamheden van een boe rin hield Lene-Mao ervan om diverse zaken aan het papier toe te vertrouwen, in haar regelmatige handschrift schreef ze lange brieven. In haar ogen belangrijke wetenswaardigheden voor het nage slacht, zoals genealogische gegevens over de familie, werden genoteerd. Ook maakte ze lijstjes van haar inboedel en (in 1944!) van zaken die belangrijk waren om in voorraad te nemen als er weer oorlog zou komen. Gelukkig zijn een aantal van deze geschriften bewaard gebleven. Daardoor kunnen we nu inzage krijgen in "de uit zet", die een boerenjongen destijds van huis uit meekreeg als hij ging trouwen. Het was in boerenkringen gebruikelijk dat bij de start van een zelfstandig huishouden door een pas getrouwd stel de vrouw (met haar ouders) zorgde voor de inboedel van het huis: de uitzet. De man op zijn beurt was verantwoordelijk (met huip van zijn vader en schoonvader) voor de inventaris van de boerderij: de boereninspan. Daarnaast kreeg de man van huis uit een per soonlijke uitzet mee. Deze bestond uit een set nieuwe kleding met toebehoren, in 1937 was het voor Lena Maatje zover: haar oudste zoon verliet het huis om te gaan trouwen en elders boer te worden. Er moest dus een per soonlijke uitzet voor hem komen. Lena Maatje eigen maakte ze daar een overzicht van: 6 witte hemden a f 1,85 f 11,10 12 witte zakdoeken - 6,04 6 roode zakdoeken - 1,35 2 grijze jassen - 4,25 6 witte onderbroeken - 1 overall - 2,95 1 paar manchetknopen - 1,95 1 paar bretels - 1,45 20

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2011 | | pagina 22